Migratie

Migratie

Aantal kinderen in noodopvanglocaties

2.282

2022

7.044

2025

Migratie

Zo staat het ervoor

Wat is er gebeurd om de situatie van kinderen die naar Nederland vluchten te verbeteren in het derde jaar na de laatste aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité?

In het afgelopen jaar was de asielopvang nog steeds niet voldoende kindvriendelijk. Ondanks alarmerende rapporten en signalen van verschillende instanties, zien we geen verbeteringen voor kinderen. Een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en diverse aanbevelingen in onderzoeksrapporten wijzen er bovendien op dat het belang van het kind beter moet worden meegewogen bij de toekenning van asiel. In de praktijk blijkt dit niet te gebeuren en lijkt er zelfs sprake van onwil. De eisen die worden gesteld aan bewijs bij de asielaanvraag zijn aangescherpt en het principe van voordeel van twijfel wordt niet meer toegepast bij het ontbreken van documenten. Ook geldt er geen lagere bewijslast als een kind behoort tot een risicogroep, terwijl dit voorheen wel kon leiden tot asielbescherming.

De Spreidingswet zou bijdragen aan kindvriendelijkere asielopvang. De minister van Asiel en Migratie heeft echter aangegeven deze wet te willen intrekken; dit zal waarschijnlijk in 2026 ingaan. Bovendien is de Asielnoodmaatregelenwet aangenomen, waar veel kritiek op kwam uit diverse hoeken. Wetsvoorstellen zetten een streep door de asielvergunning voor onbepaalde tijd, schaffen gezinshereniging voor pleegkinderen en ongetrouwde partners af en voeren het tweestatusstelsel opnieuw in. De Raad van State waarschuwt dat deze wetten de problemen in de asielketen alleen maar zullen verergeren. Ook voorziet de raad problemen rondom het recht op familie- en gezinsleven en de rechten van het kind, omdat gezinshereniging via nareis wordt ingeperkt. Toch kwamen de wetsvoorstellen vrijwel ongewijzigd door de ministerraad.

De komende jaren wordt nog meer bezuinigd op de asielketen, terwijl rapporten en adviezen laten zien dat er al grote achterstanden zijn bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het nieuwe asielbeleid juist leidt tot langere procedures bij de IND en de rechtspraak.

FOCUS

Onbegeleide kinderen en kinderen in noodopvanglocaties.

Definitie

Wat verstaan we onder een vluchteling, asielzoeker of migrant?

Een vluchteling heeft zijn thuisland verlaten omdat er ‘gegronde vrees’ is voor zijn leven of vrijheid. Dit kan bijvoorbeeld de vrees voor vervolging zijn op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde etnische of sociale groep. Een vluchteling heeft op grond van het VN-Vluchtelingenverdrag recht op internationale bescherming.

Een asielzoeker is iemand die internationale bescherming vraagt in een ander land, maar ten aanzien van wie nog niet is bepaald of hij inderdaad internationale bescherming geniet op grond van het VN-Vluchtelingenverdrag.

Een migrant is iemand die doorgaans op vrijwillige basis het thuisland verlaat, vaak in de hoop op een beter leven. Slechts het feit dat migranten geen vluchtelingenstatus hebben, betekent niet dat alle migranten zonder gevaar terug kunnen naar hun thuisland. Tegenwoordig wordt het woord ‘migrant’ ook wel gebruikt als een soort verzamelterm voor álle personen die hun thuisland verlaten. De termen migrant en vluchteling zijn echter niet inwisselbaar, omdat vluchtelingen recht hebben op internationale bescherming, bij migranten is dit nog niet zo.

Kengetallen

Figuur 1. Aantal onbegeleide kinderen dat asiel aanvraagt

Bron: IND, Asylum Trends

In Figuur 1 is te zien dat het aantal onbegeleide kinderen dat in Nederland asiel aanvroeg tussen 2020 en 2023 steeg van 986 naar 5.804 (488,6%). In 2024 daalde het aantal aanvragen naar 3.937. Dat is een daling van 32,2% ten opzichte van 2023. Het aandeel onbegeleide kinderen dat asiel aanvraagt is gestegen van 12% van het totaal aantal asielaanvragen in 2022 naar 15% in 2023 en gedaald naar 9% in 2024.

In 2024 verbleven er in totaal 12.300 begeleide kinderen in de asielopvang. Dat is een stijging ten opzichte van het jaar ervoor, toen er 9.510 begeleide kinderen in de asielopvang verbleven. In 2024 verbleven 3.750 onbegeleide kinderen in de asielopvang. Dat is een daling ten opzichte van het jaar ervoor, toen er 4.920 onbegeleide kinderen in de asielopvang verbleven. Het aantal onbegeleide kinderen dat in 2024 in een asielopvang verbleef, is ten opzichte van 2022 bijna verdrievoudigd.

In verband met de Spreidingswet zijn er in 2024 vier duurzame en kindvriendelijke locaties geopend door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Gedurende 2024 zijn er door Nidos (verantwoordelijk voor de voogdij en opvang en begeleiding van jonge vluchtelingen die zonder hun ouders in Nederland verblijven) 83 locaties geopend met een totale capaciteit van 520 bedden.

Onbegeleide kinderen die in 2024 in Nederland arriveerden, zijn voor het grootste deel afkomstig uit: Syrië (50%), Eritrea (12%), Irak (11%) en Somalië (6%). In 2024 kregen anderhalf keer zoveel onbegeleide kinderen een verblijfsvergunning (3.500) dan in 2023 (2.300). Het inwilligingspercentage van aanvragen van alleenstaande minderjarige vreemdelingen vertoont een stijging: van 39,8% in 2023 naar 52,2% in 2024. Van de onbegeleide kinderen die een verblijfsvergunning kregen, kwamen de meesten uit Syrië (2.310) en Eritrea (710).

Aanbevelingen VN-Kinderrechtencomité

Aanbeveling 37a. Zorg voor kindvriendelijke asielprocedures voor alle kinderen jonger dan 18 jaar, onder andere als volgt:

  • (i) zorg voor tijdige signalering van hun kwetsbaarheden, kindspecifieke manieren van vervolging en kindvriendelijke ondervraagmethodes;
  • (ii) zorg ervoor dat alle asielaanvragen, ook die zijn ingediend door kinderen ouder dan 15 jaar, op een kind-gevoelige manier worden beoordeeld waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd waarop de kinderen hun thuisland verlieten;
  • (iii) zorg voor informatie en juridisch advies passend bij hun leeftijd over hun rechten, asielprocedures, beschikbare diensten en de eisen voor het verkrijgen van documenten, vooral gezien de recente wijzigingen in de Nederlandse Vreemdelingenwet.

Aanbeveling 37b. Garandeer dat het belang van asielzoekende kinderen de belangrijkste afweging is in alle asielprocedures en dat hun mening gehoord wordt, er rekening mee wordt gehouden en er het juiste belang aan gehecht wordt.

Aanbeveling 37f. Geef prioriteit aan het onmiddellijk weghalen van asielzoekende kinderen en hun gezinnen uit noodopvanglocaties en investeer de nodige middelen in het verbeteren en uitbreiden van kindvriendelijke opvanglocaties, zodat locaties niet overvol raken en kinderen niet frequent worden overgeplaatst naar andere locaties.

Aanbeveling 38a. Evalueer het gezinsherenigingssysteem voor alleenstaande kinderen, met name voor kinderen die zelfstandig wonen en kinderen die geen ouders hebben of van wie de ouders onvindbaar zijn, met het oog op verruiming van de criteria voor emotionele banden met andere familieleden of wettelijke voogden.

Aanbeveling 38b. Verbeter de maatregelen gericht op snelle besluitvorming inzake aanvragen voor gezinshereniging binnen de wettelijke maximaal toegestane tijd, inclusief het toekennen van genoeg personeel en technische en financiële middelen aan het asielsysteem.

Aanbeveling 38d. Bied alleenstaande kinderen blijvende oplossingen aan, zoals een verblijfsstatus, pleegzorg en ondersteuning bij hun maatschappelijke integratie.

Aanbeveling 38e. Blijf meldingen van het verdwijnen (met onbekende bestemming vertrekken) van kinderen uit opvanglocaties onderzoeken en neem maatregelen ter voorkoming van dergelijke verdwijningen.

Cijfermatige ontwikkelingen

Aanbeveling 37f. Overplaatsing

Figuur 2. Gemiddeld aantal verhuizingen tussen opvanglocaties van minderjarige asielzoekers         

Bron: Ministeriële informatie via uitvraag Kinderrechtencollectief 2024

De stijging in het aantal verhuisbewegingen van minderjarige asielzoekers die in 2020 begon, heeft zich in 2024 doorgezet. In 2024 waren er 11.064 verhuisbewegingen van minderjarige asielzoekers. Bij onbegeleide kinderen nam het aantal verhuisbewegingen toe van 600 in 2021 naar 2.040 in 2022, 2.460 in 2023 en 2.990 in 2024. Dat is een vervijfvoudiging van het aantal verhuisbewegingen ten opzichte van 2021. Het aantal verhuizingen van begeleide kinderen in 2024 was 8.100. In 2024 was het gemiddelde aantal verhuisbewegingen tijdens de procedure van onbegeleide kinderen 1,04. In 2023 was dat 1,03. Gemiddeld zijn onbegeleide kinderen dus iets meer verhuisd tijdens de procedure. Bij begeleide kinderen is het gemiddelde aantal verhuizingen tijdens de procedure juist iets gedaald: van 1,09 in 2022 naar 1,08 in 2024.

Figuur 3. Reden van verhuizingen van minderjarige kinderen (amv’s en kinderen in gezinnen)

Bron: Ministeriële informatie via uitvraag Kinderrechtencollectief 2024

De voornaamste redenen voor verhuizingen van kinderen waren ‘doorstroom’ en ‘onderlinge overplaatsing’. Om deze redenen vonden respectievelijk 1.440 en 840 verhuisbewegingen van onbegeleide kinderen plaats. Bij begeleide kinderen resulteerde dit in respectievelijk 5.520 en 1.690 verhuisbewegingen.

Aanbeveling 37f. Noodopvang

Figuur 4. Aantal kinderen in noodopvanglocaties 2022-2024

Bron: Ministeriële informatie via uitvraag Kinderrechtencollectief 2024

Begin juli 2024 zaten er in totaal 14.430 kinderen in de asielopvang. Daarvan zaten 5.566 kinderen in de noodopvang (en 678 kinderen in de crisisnoodopvang) – 3.158 begeleide en 2.408 onbegeleide kinderen. Een jaar eerder, op 3 juli 2023, verbleven er 3.378 kinderen in de noodopvang (en 908 kinderen in de crisisnoodopvang) – 1.787 begeleide kinderen en 1.591 onbegeleide kinderen. Het aantal kinderen in de noodopvang is dus in één jaar tijd met 65% toegenomen. Het aantal kinderen in de noodopvang is de afgelopen twee jaar meer dan verdubbeld. Er zaten in juli 2022 nog 2.282 kinderen in de noodopvang.

Per 1 januari 2025 verbleven er 6.020 kinderen in de noodopvang. Begin april 2025 verbleven er 7.044 kinderen in 186 verschillende noodopvanglocaties, waaronder 1.918 alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). Het aantal kinderen in de noodopvang stijgt nog steeds.

Kinderen zitten langer in sommige opvangcentra dan volgens de norm is toegestaan. Ook verblijven (begeleide en onbegeleide) kinderen met een verblijfsvergunning in noodopvanglocaties en crisisnoodopvanglocaties. Twee derde van alle opvanglocaties zijn inmiddels noodopvang. COA ‘Capaciteit en bezetting’ (peildatum mei 2025) De gemiddelde verblijfsduur van kinderen in de noodopvang is opgelopen tot acht maanden. De maximale verblijfsduur in een noodopvanglocatie (zes maanden) wordt dus continu overschreden. COA (2016) ‘Noodopvang, Plan van Eisen’

Aanbevelingen 38a. en 38b. Gezinshereniging

In het Nederlandse vreemdelingenbeleid is gezinshereniging onder andere mogelijk voor gezinsleden van personen die in Nederland internationale bescherming hebben gekregen en dus houder van een asielstatus zijn. De gezinsleden reizen de statushouder na en daarom wordt hier gesproken van ‘gezinshereniging nareis’. Deze vorm van gezinsherenging valt onder asiel. De aanvraag moet worden gedaan binnen drie maanden nadat de verblijfstatus asiel aan het in Nederland verblijvende gezinslid is verleend. Er kan bij nareis gezinshereniging verzocht worden om hereniging met de echtgenoot/echtgenote, partner en minderjarige kinderen. Onbegeleide minderjarigen die voor het bereiken van de 18-jarige leeftijd hun asielaanvraag deden, mogen gezinshereniging aanvragen met hun ouders. Een voorwaarde voor gezinshereniging nareis is dat het gezinslid ook al in het land van herkomst deel uitmaakte van dat gezin.

In 2024 werden er 30.850 nareisaanvragen ingediend en 15.160 nareisaanvragen afgehandeld waarvan 6.860 voor volwassenen en 8.300 voor minderjarigen. Van de afgehandelde nareisaanvragen voor minderjarigen zijn 670 (8,9%) aanvragen afgewezen en 7.510 aanvragen ingewilligd. In totaal kregen 6.840 kinderen toestemming om bij hun ouder(s) te verblijven. Wat de nareisaanvragen ingediend door AMVs betreft, zijn in 2024 90 (40,9%) aanvragen afgewezen en 220 ingewilligd.

Het aantal nog af te handelen nareisaanvragen bedroeg eind 2024 in totaal 14.030, waarvan 13.110 aanvragen voor minderjarigen als nareiziger en 920 aanvragen door AMVs.

Figuur 5. Gezinshereniging en nareis 2024

Bron: Ministeriële informatie via uitvraag Kinderrechtencollectief 2024

Aanbeveling 38e. Verdwijnen van kinderen uit opvanglocaties

Kinderen verdwenen uit opvanglocaties met onbekende bestemming

In 2024 verdwenen er 1.150 kinderen uit opvanglocaties met een onbekende bestemming. Het ging om 880 onbegeleide kinderen en 260 kinderen in gezinnen. Dat is een lichte daling van 5,7% ten opzichte van 2023, toen er 1.220 kinderen verdwenen uit de asielopvang. Van de 1.220 kinderen die verdwenen in 2023, waren er 380 onbegeleide kinderen. Het aantal onbegeleide kinderen dat verdween is dus met 131,6% toegenomen. Het aandeel begeleide kinderen van het totaal aantal verdwenen kinderen, is ten opzichte van 2023 echter afgenomen met 69%. In 2023 was 31,1% van de verdwenen kinderen onbegeleid en in 2024 was 76,5% van de verdwenen kinderen onbegeleid. In 2024 zijn er minder dan 5 onbegeleide kinderen vertrokken uit de beschermde opvang. Er zijn geen cijfers bekend over onbegeleide kinderen die als vermist zijn gesignaleerd bij de politie in 2024.

Beleidsbeschrijvingen

Aanbeveling 37a. Kindvriendelijke asielprocedures

Wijzigingen beoordelingskader geloofwaardigheidsbeoordeling asiel en groepenbeleid

Sinds 1 juli 2024 hanteert de IND een strikter beoordelingskader voor asielaanvragen. De geloofwaardigheidsbeoordeling en het groepenbeleid zijn aangepast. Wanneer een asielmotief onvoldoende is onderbouwd met objectieve en authentieke bewijsstukken, moet er aan vijf cumulatieve voorwaarden worden voldaan. 5 cumulatieve voorwaarden: a) de vreemdeling heeft een oprechte inspanning geleverd om zijn asielverzoek te onderbouwen; b) alle relevante elementen waarover de vreemdeling beschikt, zijn overgelegd en er is een bevredigende verklaring gegeven omtrent het ontbreken van andere relevante elementen; c) de verklaringen van de vreemdeling zijn samenhangend en aannemelijk bevonden en zijn niet in strijd met beschikbare algemene en specifieke informatie die relevant is voor zijn asielverzoek; d) de vreemdeling heeft zijn verzoek om internationale bescherming zo spoedig mogelijk ingediend, tenzij hij goede redenen kan aanvoeren waarom hij dit heeft nagelaten; e) het asielrelaas van de vreemdeling kan in grote lijnen als geloofwaardig worden beschouwd. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2024Z03449&did=2024D08171 Er is geen sprake meer van een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling waarbij alle feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang met elkaar worden beoordeeld op geloofwaardigheid. Hierdoor wordt het voordeel van de twijfel terughoudender toegepast, terwijl dit juist zo belangrijk is, vooral bij kinderen. Asieladvocaten vrezen dat dit nieuwe beleid zal leiden tot meer en langere procedures bij de IND. Rechtbank Roermond heeft aan het Hof van Justitie van de Europese Unie gevraagd of de geloofwaardigheidsbeoordeling in strijd is met de Kwalificatierichtlijn en Procedurerichtlijn van de EU. De eerste verwijzingsuitspraak van de Rechtbank Roermond d.d. 7 januari 2025 met zaaknr NL24.27801 [ECLI:NL:RBDHA:2025:139] (download pdf-bestand, 32 pagina’s).De tweede verwijzingsuitspraak van de Rechtbank Roermond d.d. 7 januari 2025 met zaaknr NL24.28889 [ECLI:NL:RBDHA:2025:136] (download pdf-bestand, 34 pagina’s) De uitspraak volgt nog.

Per 1 juli 2024 is ook het groepenbeleid gewijzigd. De IND werkt nu met zogenoemde ‘risicoprofielen’ per land en niet langer met risicogroepen en kwetsbare minderheidsgroepen. Het behoren tot een risicoprofiel levert geen lagere bewijslast meer op. Zie de brief aan de Tweede Kamer van 5 maart 2024, p. 4-7

Asielnoodmaatregelenwet

Het doel van het wetsvoorstel Asielnoodmaatregelenwet is het ontlasten van de Nederlandse asielketen en het verminderen van de instroom van asielzoekers in Nederland. Dit wordt nagestreefd door de geldigheidsduur van de tijdelijke verblijfsvergunning asiel te verkorten van vijf naar drie jaar. Daarnaast worden er geen verblijfsvergunningen asiel voor onbepaalde tijd meer verleend en worden de mogelijkheden verruimd om mensen die niet (meer) rechtmatig in Nederland verblijven, ongewenst te verklaren. Het gevolg hiervan is dat kinderen na een lange verblijfsduur alsnog hun status kwijtraken en kunnen worden uitgezet naar een land dat ze nauwelijks kennen.

Ook wordt de voornemensprocedure bij de IND afgeschaft. Het wetsvoorstel beperkt daarnaast ook de nareismogelijkheden door uit te sluiten dat nareizende ongehuwde partners en meerderjarige kinderen een afgeleide verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd kunnen verkrijgen. Op 7 maart 2025 stemde de ministerraad in met de Asielnoodmaatregelenwet.

De Nationale ombudsman en Kinderombudsman constateren in maart 2025 in hun gezamenlijke Zorgenbrief dat de asielwetten niet voldoen aan de verplichtingen uit het VN-Kinderrechtenverdrag. Ook NIDOS attendeert de minister erop dat de asielwetten het welzijn van kinderen schaden en in strijd zijn met internationale en Europese verdragen.

Voornemen kabinet om uitgeprocedeerde kinderen uit te zetten naar terugkeerhubs

Op 11 maart 2025 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor een gewijzigde Terugkeerverordening. In dit EU-wetsvoorstel staan zorgelijke bepalingen die ‘terugkeerhubs’ mogelijk moeten maken buiten het EU-grondgebied waar afgewezen asielzoekers naartoe worden gestuurd. Hierbij is er sprake van (langdurige) detentie, beperking van fundamentele rechten en risico op refoulement. Bovendien worden initiatieven om vrijwillige terugkeer te bevorderen bemoeilijkt, aangezien de nadruk op dwang komt te liggen. In het voorstel zijn niet-begeleide minderjarigen en gezinnen met minderjarige kinderen uitgesloten van terugkeerhubs. Het kabinet pleit ervoor om kinderen wel uit te zetten naar terugkeerhubs. Dit is zorgwekkend omdat kinderen dreigen te worden uitgezet naar een hub in een land, waar ze helemaal niet vandaan komen en nog nooit zijn geweest, en waar ze in detentie terecht zullen komen.

Aanbeveling 37b. Belang van het kind

Uitspraak Hof van Justitie

Naar aanleiding van prejudiciële vragen heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in de zaak van twee Iraakse vrouwen die als kinderen naar Nederland kwamen en die geworteld zijn geraakt in de Nederlandse samenleving. Het Hof oordeelde dat de vrouwen door het geloof in gendergelijkheid kunnen behoren tot een ‘specifieke sociale groep’ in de zin van artikel 10(1)(d) van de Europese Kwalificatierichtlijn , wat kan leiden tot een vluchtelingenstatus. Het Hof oordeelt daarnaast dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid eerst individueel moet vaststellen wat het belang van het kind is voordat hij een beslissing neemt op het asielverzoek. In de eerste plaats moet rekening worden gehouden met het beginsel van eenheid van het gezin, het welzijn en de sociale ontwikkeling van het kind (inclusief gezondheid, gezinssituatie en opvoeding) en veiligheidsaspecten. Het Hof benadrukt ook dat de staatssecretaris rekening moet houden met de mening van het kind, afhankelijk van zijn of haar leeftijd en volwassenheid, en zo nodig advies moet inwinnen bij deskundigen over specifieke kindgerelateerde kwesties. Op 16 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie per Kamerbrief laten weten geen aanpassingen door te voeren in de huidige werkwijze wat betreft het individueel vaststellen van het belang van het kind. Wel wordt de groep vrouwen die geloven in gendergelijkheid gezien als een specifieke sociale groep.

Uitvoerings- en implementatiewet Asiel- en Migratiepact 2026

De invoering van het EU Asiel- en Migratiepact 2026 (hierna: Pact) vindt plaats op 12 juni 2026. Om dit Pact te implementeren is het wetsvoorstel Uitvoerings- en implementatiewet Asiel- en Migratiepact 2026 opgesteld en op 20 december 2024 in consultatie gebracht. Het wetsvoorstel maakt mogelijk dat ook kinderen onder de grensprocedure vallen. Hierdoor dreigen kinderen in grensdetentie te worden geplaatst.

Aanbeveling 37f. Kindvriendelijke opvang

Voornemen tot intrekking Spreidingswet

Op 1 februari 2024 werd de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (Spreidingswet) van kracht. Deze wet verplicht gemeenten om asielzoekers, waaronder kinderen, evenwichtiger over Nederland te verdelen, zodat de druk op opvanglocaties beter wordt gespreid. De toenmalige minister van Asiel en Migratie heeft aangegeven de Spreidingswet te willen intrekken. Dit zal waarschijnlijk pas na januari 2026 ingaan.

Brief Toezicht Inspectie Justitie en Veiligheid Ter Apel

In een brief van 16 december 2024 schrijft de Inspectie Justitie en Veiligheid dat na twee jaar intensief toezicht op het aanmeldcentrum in Ter Apel structurele en bestendige oplossingen nog steeds uitblijven. De inspectie stelt dat asielzoekers door het gebrek aan doorstroommogelijkheden naar reguliere opvanglocaties aanzienlijk langer in Ter Apel verblijven dan waar deze locatie voor is ingericht. Lang verblijf in locaties waar de voorzieningen daar niet op zijn ingericht, zo stelt de inspectie, heeft een nadelige invloed op het mentale en fysieke welzijn van bewoners. Vooral de meest kwetsbare bewoners lijden hieronder, waaronder kinderen. Volgens de inspectie is er in Ter Apel geen toegang tot formeel onderwijs, onvoldoende rust en privacy, onvoldoende aanbod van gevarieerd eten en een zeer beperkt aanbod aan speelruimten of activiteiten.

Als reactie op de brief van de inspectie geeft minister Faber op 15 januari 2025 aan dat zij de geschetste problematiek en de noodzaak tot verbetering herkent, dat er diverse maatregelen zijn genomen en dat zij voornemens is om extra maatregelen te treffen om de veiligheidssituatie in het vluchtelingenaanmeldcentrum in Ter Apel te verbeteren. Minister heeft op 15 januari 2025 gereageerd op deze brief: https://open.overheid.nl/documenten/dpc-00e949c956185ac241962c3276c0d8cb9769186c/pdfIn een brief van 29 juli 2025 stellen de Inspectie Justitie en Veiligheid, Inspectie van het Onderwijs en Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd dat er nog steeds niet of onvoldoende verbetering is in de opvang en dat dit ten koste gaat van zeer kwetsbare kinderen. Er zijn nog steeds structurele verbeteringen nodig om de toegang tot zorg, onderwijs en passende begeleiding te borgen voor kinderen in de noodopvang.

Onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

In februari 2025 publiceert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een factsheet aan de hand van onderzoek naar 40 opvanglocaties. Zowel reguliere AZC’s, noodopvanglocaties, tijdelijke gemeentelijke opvanglocaties als amv opvanglocaties De IGJ ziet verbeteringen op het gebied van de medische intake, hygiëne en het aantal kinderen en jongeren dat in beeld is bij de jeugdgezondheidszorg. De IGJ maakt zich wel grote zorgen over de gezondheidssituatie van asielzoekers in de noodopvanglocaties, de verhuizingen van kwetsbaren, waaronder kinderen, en het structureel worden van tijdelijke noodopvanglocaties.

De IGJ stelt verder dat de situatie van kinderen al lange tijd niet voldoet aan de randvoorwaarden voor een veilige en gezonde ontwikkeling. Dit vraagt om acute aanpassingen, namelijk voldoende geschikte en stabiele opvangplekken voor (gezinnen met) kinderen zodat er niet steeds verhuisd hoeft te worden en kinderen kunnen aarden op een veilige plek. Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Uitkomsten toezicht asielopvang 2024: Het risico op blijvende gezondheidsschade vereist nu verbetering voor de meest kwetsbare asielzoekers.

Onderzoek Structuur, Steun en Stabiliteit: Mentale zorgverlening voor kinderen in de asielopvang en wat daarvoor nodig is

De resultaten van het onderzoek van Van der Kuil uit 2024 laten zien dat de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen in de asielopvang nog steeds tekortschiet in de praktijk. De omstandigheden in (crisis)opvanglocaties zijn vaak zorgwekkend en verschillen aanzienlijk per plek. Door herhaaldelijke overplaatsingen ontbreekt het kinderen aan continuïteit, een eigen plek of veilige speelruimte, en wordt het opbouwen van sociale contacten bemoeilijkt. Dit leidt tot achterstanden op het gebied van zowel zorg als onderwijs. Vooral niet-begeleide minderjarigen zijn kwetsbaar, zeker wanneer zij voortijdig worden overgeplaatst naar opvang voor volwassenen. Deze jongeren verdwijnen vaak uit beeld, terwijl hun risico op psychische klachten juist toeneemt. Het onderzoek pleit voor structuur, steun en stabiliteit voor deze kinderen.

Aanbeveling 38a. en 38b. Gezinshereniging

WODC Rapport Gezinsmigratie 3.0 WODC Rapport 3428, Gezinsmigratie 3.0, 21-12-2024, https://repository.wodc.nl/bitstream/handle/20.500.12832/3425/3428-gezinsmigratie-3.0-volledige-tekst.pdf?sequence=1&isAllowed=y

Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) publiceerde op 21 december 2024 het rapport ‘Gezinsmigratie 3.0’ over migratiegezinnen. De auteurs stellen onder andere dat het huidige Nederlandse gezinsmigratiebeleid sterk gestructureerd is en onderscheid maakt tussen verschillende groepen migranten, wat leidt tot ongelijke behandeling. Met name gezinsleden buiten het kerngezin kunnen vaak alleen via artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens aanspraak maken op verblijf, wat leidt tot langdurige procedures en onzekerheid. Dit heeft negatieve gevolgen voor kinderen, die geraakt worden door scheiding van hun gezinsleden en verminderde kansen hebben op integratie. Het gezinsleven moet dynamisch worden geïnterpreteerd en ook ruimte laten voor groeiende of herstellende gezinsbanden. Daarom moet het belang van het kind zwaarder meewegen bij beslissingen over gezinshereniging. Er wordt aanbevolen om verblijfsrecht bij een kind mogelijk te maken en meer expertise op te bouwen binnen de migratiepraktijk over familierecht en kinderontwikkeling.

Lange wachttijden bij IND voor gezinshereniging

Door de achterstanden bij de IND kan het tot wel twee jaar duren voordat de asielprocedure begint. Tel daar een jaar voor de gezinsherenigingsprocedure bij op, dan zijn vluchtelingen al snel drie jaar gescheiden van elkaar. Tegen deze achtergrond is het wetsvoorstel Verlenging van de beslistermijn in asiel- en nareiszaken door de Tweede Kamer aangenomen. Kamerstukken II, vergaderjaar 2023-2024, 35749 Deze verlenging heeft echter grote impact op kinderen, die immers recht hebben op een snelle hereniging met hun ouders.

Recentelijk besloot het Hof van Justitie van de Europese Unie dat het verlengen van de beslistermijn alleen geoorloofd is wanneer het aantal asielverzoeken ‘in een kort tijdsbestek aanzienlijk toeneemt’. Met deze uitspraak wordt duidelijk dat de IND wachttijden niet zomaar kan verlengen en dat de enige juridische deugdelijke onderbouwing hiervoor de toenemende instroom van asielzoekers is.

Wet invoering tweestatusstelsel

Dit wetsvoorstel heeft als doel de instroom van asielzoekers en nareizigers te verminderen door een tweestatusstelsel in te voeren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vluchtelingen en subsidiair beschermden. Voor beide groepen wordt nareis beperkt tot het kerngezin. Daarnaast stelt het wetsvoorstel aanvullende voorwaarden voor nareis bij subsidiair beschermden, waarbij geldt dat een asielvergunning slechts verstrekt wordt als twee jaar zijn verstreken vanaf de datum waarop de asielaanvraag is ingewilligd, hij/zij zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan, en hij/zij huisvesting heeft. Op 7 maart 2025 stemde de ministerraad in met de wet.

De Nationale ombudsman en Kinderombudsman constateren in hun gezamenlijke Zorgenbrief dat de asielwetten niet voldoen aan de verplichtingen uit het VN-Kinderrechtenverdrag. Ook de Nederlandse Orde van Advocaten stelt dat de beperking van nareis en langdurige scheiding van gezinsleden kan leiden tot discriminatie, schending van het recht op gezinsleven, en onvoldoende waarborging van de belangen van kwetsbare mensen, waaronder kinderen. De Raad voor de rechtspraak en de Raad van State hebben in hun advies ook ernstige zorgen geuit over de invoering van het tweestatusstelsel. https://www.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-9195.pdf, p. 1.  De commissie Grondrechten en Constitutionele toetsing heeft besloten een adviestraject te starten voor het wetsvoorstel invoering tweestatusstelsel gelet op het advies van de RvS. Ook Nidos attendeert de minister erop dat deze asielwetten het welzijn van kinderen schaden en in strijd zijn met internationale verdragen.

Aanbeveling 38d. Alleenstaande kinderen

Werkinstructie leeftijdsbepaling

Er is een verwijzing naar het Europese arrest K en L in de werkinstructie (WI) van de IND over leeftijdsbepaling bij niet-begeleide kinderen. WI 2025/1 In de werkinstructie staat dat het belang van het kind niet alleen in aanmerking moet worden genomen bij de inhoudelijke beoordeling van verzoeken, maar ook, door middel van procedurele waarborgen, van invloed moet zijn op de besluitvormingsprocedures die tot die beoordeling leiden. Hierbij wordt erkend dat het belang van het kind al tijdens het proces van leeftijdsbepaling een belangrijke rol moet spelen.

Aangepast amv-buitenschuldbeleid

De minister van Asiel en Migratie heeft in een beslisnota op 12 maart 2025 de wijzigingen in het buitenschuldbeleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) bekendgemaakt. KST 27 062, nr. 141, zie Informatiebericht 2025/13 Op grond van de wijzigingen wordt onder andere de duur van de vergunning teruggebracht tot drie jaar, maar ten hoogste tot het 18e levensjaar. De vergunning zal primair gelden als een tijdelijk vangnet en kan worden ingetrokken als in het land van herkomst alsnog adequate opvang beschikbaar komt. Er kan worden betoogd dat het ontbreken van een duurzaam verblijfsperspectief in Nederland, gecombineerd met het afwachten van de 18-jarige leeftijd, niet in het belang is van de minderjarige en zal leiden tot problemen.

Laatste ontwikkelingen

Contourennota Intrekking Spreidingswet

Sinds 14 april 2025 ligt de ‘Contourennota Intrekking Spreidingswet’ voor ter consultatie. Ministerie van Asiel en Migratie, Contourennota intrekking Spreidingswet, 14 april 2025 In deze nota is uitgewerkt hoe het kabinet de opvang van asielzoekers vorm wil geven zonder een wettelijke taak voor gemeenten. Om gemeenten te ondersteunen in de vrijwillige realisatie van opvangplekken en de intrekking van de wet op ordentelijke wijze te laten verlopen, is het kabinet voornemens elementen uit de Spreidingswet te behouden zonder dat het noodzakelijk is om die in de wet te verankeren. Bepaalde elementen uit de Spreidingswet worden behouden, maar in de wet wordt geen kwaliteitskader opgesteld.

Strafbaar stellen illegaliteit en hulp aan mensen zonder verblijfspapieren

Op 1 juli 2025 scherpte de Tweede Kamer het wetsvoorstel Asielnoodmaatregelenwet aan door in te stemmen met een aanpassing die illegaal verblijf van mensen die zonder verblijfspapieren in Nederland verblijven, strafbaar stelt. Ook mensen en organisaties die deze groep opvangen en ondersteunen, lopen gevaar op vervolging.

Aangenomen wet invoering Tweestatusstelsel en Asielnoodmaatregelenwet

Op 3 juli 2025 zijn de asielwetten aangenomen in de Tweede Kamer.

“Behandel elk kind als kind, ongeacht zijn of haar afkomst of verblijfsstatus”, stelt Marie-Christine Alting von Geusau. Volgens deze expert op het gebied van migratie zijn de zorgen groot als het gaat om de positie van kinderen in het Nederlandse vreemdelingenbeleid. “Wat mij vooral zorgen baart, is dat het belang van het kind in het vreemdelingenbeleid totaal ondergeschikt is, terwijl dit belang de eerste overweging dient te vormen. Zo staat het ook in artikel 3 van het Kinderrechtenverdrag.”

Het thema migratie raakt aan verschillende artikelen van het Kinderrechtenverdrag. Behalve artikel 3 is artikel 22 van belang. Dit stelt dat kinderen die vluchteling zijn of asiel zoeken recht hebben op bijzondere bescherming en bijstand, ook als ze zonder ouders naar Nederland komen.

“Aan de bijzondere bescherming van kinderen die vluchteling zijn of asiel zoeken, wordt geen recht gedaan in Nederland. De huidige procedures duren te lang, waardoor kinderen jarenlang in onzekerheid verkeren over hun toekomst hier. Ook verblijven kinderen veel te vaak in kind onvriendelijke opvangomstandigheden, waardoor zij in hun welzijn en ontwikkeling worden geschaad.”

Opgroeien in onzekerheid

“Als er op dit vlak niets verandert, blijven duizenden kinderen opgroeien in mensonterende opvangomstandigheden en onzekerheid, zonder perspectief op een stabiele toekomst. Die omstandigheden hebben grote impact op de mentale gezondheid van kinderen, hun ontwikkeling én hun vertrouwen in de overheid. Daarbij blijft het risico op uitbuiting of zelfs verdwijning reëel.

Gelukkig komt er meer maatschappelijke aandacht voor het belang van het kind en het belang van kindvriendelijke procedures. Een goed voorbeeld is de pilot die de rechtbank Amsterdam dit jaar is gestart, waarin kinderen daadwerkelijk worden gehoord in beroepsprocedures over verblijfsaanvragen. Daarnaast groeit het netwerk van professionals, gemeenten, rechters en advocaten die kinderrechten wél centraal stellen.”

Kinderrechten vragen om meer samenwerking

“Om echt tot verandering te komen, moet er meer samenwerking komen tussen ministeries, COA, IND, jeugdzorg, scholen en maatschappelijke organisaties. Verder moet het belang van het kind altijd goed in kaart worden gebracht en zelfstandig worden gewogen bij ingrijpende beslissingen als gedwongen verhuizingen, besluiten over verblijf of uitzettingen. Kinderen met een asiel- of vluchtelingenachtergrond moeten bovendien sneller weten waar ze aan toe zijn. Ook pleit ik voor betere scholing van professionals. Want specifieke kennis over kinderrechten mist nu te vaak bij medewerkers van de IND, DT&V, Koninklijke Marechaussee, gemeenten, rechters en advocaten.”

Oproep

“Mijn oproep is helder.

Behandel elk kind als kind, ongeacht zijn of haar afkomst of verblijfsstatus, en zet hun belangen op de eerste plaats. Want elk kind heeft recht op een veilige plek om te wonen, op rust en ontwikkeling. Onzekerheid en uitsluiting horen daar niet bij.

Het is noodzakelijk dat verblijfsprocedures humaan, snel en rechtvaardig verlopen. Veranker(internationale) kinderrechten in het vreemdelingenrecht en -beleid. Voor kinderen die al meer dan vijf jaar in Nederland verblijven en hier volledig geworteld zijn, moet een duurzame oplossing komen.

Migratie mag nooit een reden zijn om kinderen hun fundamentele rechten te ontzeggen.”

OVER DE EXPERT

Marie-Christine Alting von Geusau werkt als juridisch adviseur kinderrechten & migratie bij Defence for Children en gaf ons haar mening over de stand van zaken en ontwikkelingen in Nederland binnen het thema migratie.

X

Download hier Kinderrechten in Beweging