Armoede

Armoede

Percentage kinderen met risico op armoede

2023

4,1%

Kinderen in huishoudens met laag inkomen

7,8%

Kinderen in eenoudergezinnen met laag inkomen

1,4%

Kinderen in huishoudens met langdurig laag inkomen

2%

Kinderen in eenoudergezinnen met langdurig laag inkomen

Armoede

Zo staat het ervoor

Wat is er in Nederland gebeurd op het gebied van armoede in het derde jaar na de laatste aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité?

In het hoofdlijnenakkoord dat het nieuwe kabinet in september 2024 presenteerde, staat het voornemen om de (kinder)armoede in Nederland niet te laten stijgen. Rijksoverheid, Regeerprogramma: Uitwerking van het hoofdlijnenakkoord door het kabinet, 13 september 2024, p. 12. Eerdere kabinetten streefden naar een halvering van het aantal kinderen in armoede. Ook zei het kabinet ernaar te streven de bestaanszekerheid en de voorzieningen in Caribisch Nederland te verbeteren. Om dit te bereiken heeft het kabinet een aantal maatregelen genomen, zoals het verhogen van het minimumloon, het verhogen van toeslagen, het Tijdelijk Noodfonds Energie en het verstrekken van schoolmaaltijden. Een aantal van de maatregelen uit de ‘Aanpak geldzorgen, armoede en schulden’ loopt af, wat niet mag leiden tot een stijging van het aantal kinderen in armoede. Los daarvan bereiken de diverse aangeboden maatregelen niet alle huishoudens. Het is nog onduidelijk hoe invulling wordt gegeven aan onderzoek naar het effect van de armoedebestrijdingsmaatregelen.

Hoe de armoedesituatie van kinderen op de BES-eilanden is, blijft onduidelijk. Minimumloon, uitkeringen en kinderbijslag op de BES-eilanden werden verhoogd. Het gemiddelde inkomen van Caribisch Nederland is een stuk lager dan van Europees Nederland. 20-32% van de volwassenen heeft moeite om rond te komen.

FOCUS

Kinderen die leven in kortdurende of langdurige armoede, in Nederland en op de BES-eilanden.

Definitie

Wat verstaan we onder armoede?

Gedurende langere tijd niet de middelen hebben om te kunnen beschikken over goederen en voorzieningen die in een samenleving als minimaal noodzakelijk gelden; over onvoldoende middelen beschikken om een bepaald minimaal consumptieniveau te kunnen bereiken.

Kengetallen

In oktober 2024 publiceerden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) hun gezamenlijke rapport over een nieuwe methode om armoede in Nederland te meten. Met deze nieuwe methode streven zij naar één armoedegrens, die uitgaat van alle minimale levensbehoeften. Deze armoedegrens biedt niet alleen ruimte voor het kunnen betalen van de vaste lasten en de boodschappen, maar ook voor sociale participatie, zoals het lidmaatschap van een vereniging, het ontvangen van bezoek, een uitje of een weekje vakantie. Ook telt mee of er spaargeld is of ander bezit waarmee mensen snel en tijdelijk een te laag inkomen op kunnen vangen. Er worden echter ook een aantal zaken niet meegenomen zoals: eigen bijdrage bij ziektekosten, extra kosten voor vervoer bij ziekte, aflossingen van problematische schulden, kosten voor kinderopvang en kosten voor woon-werkverkeer. SCP, Nibud en CBS rapport: De nieuwe methode om armoede in Nederland te meten, pag. 7

Aan de hand van deze nieuwe rekenmethode publiceerde het CBS in oktober 2024 de nieuwe armoedecijfers. Volgens het CBS leefde in 2023 537.800 mensen in Nederland in armoede. Dat betekent dat 3,1 % van de mensen in Nederland in armoede leefde. Van alle minderjarigen in Nederland leefde 115.200 van de 3,2 miljoen minderjarige kinderen in armoede. Dat betekent dat 3,6% van de kinderen in Nederland in armoede leefde. In vergelijking met de meting in 2022 is dat een kleine daling.

Ondanks dat de armoedecijfers lijken te dalen, blijkt uit de armoederaming van het Centraal Planbureau (CPB) dat de daling vooral om het aantal mensen gaat met een relatief lage armoede-intensiteit. Armoede-intensiteit is het verschil tussen het besteedbaar inkomen en de armoedegrens en geeft een beeld van de diepte van armoede. CPB 2025, “De armoede-intensiteit: een raming van de diepte van armoede” Doordat het aantal mensen met een hoge armoede-intensiteit gelijk blijft, stijgt de mediane armoede-intensiteit. De groep mensen met een hoge armoede-intensiteit komt meestal uit huishoudens met loon- of zelfstandigeninkomen als belangrijkste inkomstenbron. Deze mensen vragen vaak niet de toeslagen aan waar zij recht op hebben, werken een laag aantal uren in loondienst of hebben als zelfstandige een laag uurtarief, waardoor de armoede-intensiteit in deze groep hoger is. CPB 2025, “De armoede-intensiteit: een raming van de diepte van armoede”, p.2

Ook blijkt uit de cijfers dat er in 2024 zo’n 352.250 huishoudens met kinderen geregistreerde problematische schulden had. Dit is 13% van het aantal huishoudens met kinderen. CBS, 2024b Daarnaast blijkt dat zo’n 49% van de jongeren tussen de 16 en 27 jaar schulden had.

Huishoudens met laag en langdurig laag inkomen

In 2023 (voorlopige cijfers) waren er in Nederland 296.300 particulieren met een laag en langdurig laag inkomen. In totaal waren dat 555.200 mensen. Van hen waren 131.500 minderjarige kinderen (4,1% van alle minderjarige kinderen) die opgroeiden in een huishouden met een laag inkomen. 43.200 kinderen (1,4%) leefden langer dan 4 jaar in een gezin met een laag inkomen.

De definitieve cijfers van het CBS laten een lichte daling zien ten opzichte van voorgaande jaren. In 2022 groeiden 151.600 (4,8% van alle minderjarige kinderen) op in een gezin met een laag inkomen. In datzelfde jaar leefden er 64.000 kinderen (2,1%) al langer dan 4 jaar in een gezin met een laag inkomen.

Er is ook een daling te zien in het aantal kinderen dat opgroeit in eenoudergezinnen met een laag inkomen. In 2023 (voorlopige cijfers) ging het om 33.800 kinderen (7,8%). 7.800 kinderen (2,0%) groeiden op in een eenoudergezin met een langdurig laag inkomen. In 2022 waren dat respectievelijk 47.700 kinderen (11,2%) in een eenoudergezin met een laag inkomen en 17.800 kinderen (4,6%) die langdurig opgroeiden in deze situatie.

Centraal Planbureau over armoede

In februari 2024 schrijft het Centraal Planbureau in zijn Centraal Economisch Plan 2024, dat het percentage personen in armoede van 4,8% in 2023 naar 4,7% zal dalen door het koopkrachtondersteunend beleid gericht op lagere inkomens. Dit percentage was in 2021 nog 6,1%. CPB, Centraal Economisch Plan 2024, p3 Het Centraal Planbureau vermoedt dat de armoede weer licht zal stijgen in 2025 naar 4,9% van alle mensen in Nederland en 5,3% van de kinderen in Nederland. CPB, Centraal Economisch Plan 2024, p7 Echter in februari 2025 schrijft het Centraal Planbureau in zijn Centraal Economisch Plan 2025, dat armoede toch licht zal dalen in 2025 en 2026. Dit is mede te danken aan de positieve reële loonontwikkeling, lastenverlichting en stijging van het kindgebonden budget en de huurtoeslag. Deze verandering ten opzichte van het CEP 2024 is ook een gevolg van de nieuwe armoededefinitie van het CBS, SCP en Nibud. CPB, Centraal Economisch Plan 2024, p8

Maatschappelijke organisaties over armoede

Maatschappelijke organisaties signaleren een groeiende vraag om hulp. Zo heeft Stichting Leergeld in 2024 in totaal 185.817 kinderen ondersteund, tegenover 181.717 kinderen in 2023 en 126.838 kinderen in 2019. Het Nationaal Fonds Kinderhulp zag een toename in het aantal aanvragen op het gebied van persoonlijke verzorging (+43%) en schoolkosten voor het basisonderwijs (+91%). Tenslotte merkt Voedselbanken Nederland dat de hoeveelheid aanvragen is gedaald, mogelijk door de maatregelen die het kabinet heeft genomen. Toch ervaren zij dat veel mensen geen gebruik maken van de voedselbanken omdat zij de weg daarnaartoe nog niet weten te vinden.

Figuur 1. Percentage alleen minderjarige kinderen met een risico op armoede

Bron: CBS Statline, Laag en langdurig laag inkomen van personen: huishoudenskenmerken en laag en langdurig laag inkomen van personen: persoonskenmerken.

Aanbevelingen VN-Kinderrechtencomité

Aanbeveling 33a. Verbeter het beleid zodat alle kinderen in de afzonderlijke landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden een toereikende levensstandaard hebben. Dit kan onder andere door het vergroten van sociale steun aan lage-inkomensgezinnen met kinderen, het vereenvoudigen van aanvraagprocedures voor financiële steun, het verbeteren van het gezinstoeslagensysteem in alle departementen, het ontwikkelen van maatregelen om dakloosheid te voorkomen en meer geld voor het toeslagensysteem op Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Aanbeveling 33b. Verbeter maatregelen om gezinnen in nood te voorzien van passende sociale huurwoningen voor langere tijd en andere vormen van ondersteuning om zo dakloosheid te verminderen en de toegang tot goede woningen voor kinderen te garanderen.

Aanbeveling 33c. Zorg voor een geïntegreerde en ontwikkelingsgerichte aanpak van armoede onder kinderen, met speciale aandacht voor kinderen in achtergestelde gezinssituaties, onder wie kinderen in eenouderhuishoudens, kinderen in gezinnen die moeten rondkomen van een uitkering, migrantenkinderen, kinderen zonder legale verblijfsstatus en kinderen die in een opvanglocatie verblijven.

Aanbeveling 33d. Doe onderzoek naar de impact van armoedebestrijdingsmaatregelen, inclusief de negatieve invloed op het waarmaken van andere rechten, met als doel ervoor te zorgen dat deze maatregelen veelomvattend zijn en een kinderrechtenbenadering hebben.

Cijfermatige ontwikkelingen

Aanbeveling 33a. Toereikende levensstandaard Caribisch Nederland

De algemene tevredenheidcijfers van Caribisch Nederland over de periode 2016-2023 laten zien dat 88 – 93% van de inwoners zijn of haar leven waardeert met een 7 of hoger. Tegelijk spelen hier ook financiële zorgen: het gemiddelde inkomen ligt op ongeveer 60-70% van dat van Europees Nederland. 20-32% van de volwassenen heeft moeite om rond te komen. Ongeveer 25% van de kinderen leeft in armoede of loopt risico om in armoede dreigen te leven. De inkomensongelijkheid is relatief groot. 1

Aanbeveling 33b. Goede woningen voor kinderen

In het afgelopen decennium steeg de totale woningvoorraad jaarlijks. In 2012 waren er ruim 7.3 miljoen woningen en in 2024 ruim 8 miljoen. 1 Er zijn de afgelopen elf jaar zowel koop- als huurwoningen bijgekomen, maar het aandeel sociale huurwoningen daalde met 3% (46.000 woningen); van ruim 37% in 2012 naar nog geen 34% in 2021. Het aandeel huurwoningen in de vrije sector verdubbelde juist in het afgelopen decennium. 1 Volgens Volkshuisvesting Nederland waren er in 2024 circa 451.000 woningvragers en maar 50.000 beschikbare woningen. Dit is 4,9% van de totale woningvoorraad en hierdoor wordt er gesproken van een statistisch woningtekort. Hoe hoger het tekort, hoe meer spanning op de woningmarkt. Volkshuisvesting Nederland geeft aan dat bij een tekort van 2% sprake is van een acceptabele spanning op de woningmarkt. Bij 4,9% is er dus sprake van een onacceptabele spanning op de woningmarkt. Er is geen informatie van de overheid over huisuitzettingen wegens betalingsachterstanden.

In 2015 wezen corporaties 210.000 woningen toe aan nieuwe huurders, in 2020 waren dat er nog maar 180.000. Het CBS meldt op basis van nieuwe cijfers dat de woninghuren in juli 2024 gemiddeld 5,4% hoger waren dan in juli 2023. Een dergelijke stijging is niet eerder gemeten sinds 1993, het jaar waarin de huren met een vergelijkbaar percentage toenamen. In 2023 stegen de woninghuren gemiddeld 2%. 11 Daarnaast heeft de woonbond een Meldpunt Woekerhuur geopend en van de ontvangen meldingen verslag uitgebracht. Daaruit blijkt dat de huurprijzen in de vrije sector exorbitant zijn gestegen en veel mensen in de problemen hebben gebracht. Woonbond, Rapportage Meldpunt woekerhuren 2024

In 2024 heeft de Nederlandse woningmarkt zowel positieve ontwikkelingen als aanhoudende uitdagingen gekend. Volgens de Staat van de Volkshuisvesting zijn er dat jaar ongeveer 82.000 woningen toegevoegd door nieuwbouw en herbestemming van bestaande gebouwen, zoals transformaties en splitsingen. Deze groei is echter lager dan in voorgaande jaren, mede door een bouwdip veroorzaakt door onder andere hoge rente en stijgende bouwkosten. 1

Ondanks de toevoeging van woningen blijft het woningtekort een urgent probleem, met name voor kwetsbare groepen. Op 1 januari 2024 waren naar schatting 33.000 mensen tussen de 18 en 65 jaar dakloos. 1

In 2024 heeft er tevens een tweede ETHOS daklozentelling plaatsgevonden, waar 55 gemeenten in zes regio’s verspreid over Nederland aan mee hebben gedaan 1 : Breda, Hart van Brabant, Holland Rijnland, Westelijke Mijnstreek, Gelderland-Zuid en West-Friesland. In deze telling zijn 6.063 dak- en thuisloze mensen geteld. 1 Opvallend is het grote aantal vrouwen met kinderen dat dak- of thuisloos is. Bijna een vijfde van de dak- en thuislozen is jonger dan 18 jaar. 1 Uit de telling blijkt ook dat 1.189 personen langer dan twee jaar (langdurig) dakloos zijn. Ongeveer een vijfde van deze groep langdurige daklozen bestaat uit jongeren tussen de 16 en 27 jaar. Kansfonds en Hogeschool Utrecht, Publieksrapportage ETHOS-telling 2024 p50 Er zijn in totaal 1.101 dak- of thuisloze kinderen geteld. De resultaten van de derde ETHOS daklozentelling worden op 8 oktober 2025 gepresenteerd.

Beleidsbeschrijvingen

Aanbeveling 33a. Toereikende levensstandaard

Regeerprogramma over armoede

In het regeerprogramma schrijft het kabinet dat het verder invulling wil geven aan de doelen van het Hoofdlijnenakkoord. Hieronder valt de doelstelling om de koopkracht te verbeteren, het niet laten oplopen van (kinder)armoede ten opzichte van 2024 en een brede aanpak armoede en schulden. Daarnaast wil het kabinet de bestaanszekerheid en de voorzieningen in Caribisch Nederland verbeteren. Dat wil het kabinet samen doen met Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit houdt in dat alle verbeteringen die worden voorgesteld voor Europees-Nederland in principe ook van toepassing zijn voor Caribisch Nederland, tenzij er redenen zijn om dat niet te doen. Rijksoverheid, Regeerprogramma: Uitwerking van het hoofdlijnenakkoord door het kabinet, 13 september 2024 p. 12.

Voortgangsrapportage Aanpak geldzorgen, armoede en schulden

Op 25 juni 2024 stuurde de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen een brief naar de Tweede Kamer over de derde voortgangsrapportage aanpak geldzorgen, armoede en schulden. 1 In de voortgangsrapportage staat welke stappen de overheid wil zetten of heeft gezet om armoede onder kinderen terug te dringen. 11 Naast de voortgangsrapportage is ook een factsheet Aanpak geldzorgen, armoede en schulden verschenen. Hierin worden de drie hoofddoelenstellingen van de aanpak beschreven; 1. in 2030 is het aantal mensen dat in armoede leeft ten opzichte van 2015 gehalveerd; 2. in 2025 is het aantal kinderen dat opgroeit in armoede gehalveerd ten opzichte van 2015; 3. in 2030 is het aantal huishoudens met problematische schulden ten opzichte van 2015 gehalveerd. 1

Verhoging kindgebonden budget en kinderbijslag

In 2025 gingen de kinderbijslag, kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget omhoog. Ouders krijgen hogere vergoedingen als bijdrage in de kosten voor kinderen om tegemoet te komen aan de stijging van de kosten voor levensonderhoud. 1

Vereenvoudiging en verbetering huurtoeslag

Op 27 september 2024 is het wetsvoorstel Wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling ingediend. Met deze wetswijziging worden de regels voor toeslagen gemakkelijker te begrijpen. Mensen kunnen beter inschatten hoeveel toeslag ze krijgen als hun inkomen verandert. Als iemand meer gaat verdienen, zal de huurtoeslag minder snel dalen. 1 Op 14 november 2024 is het voorstel aangenomen in de Tweede Kamer en op 17 december 2024 in de Eerste Kamer. 1 De wet trad in werking vanaf 1 januari 2025, met uitzondering van de artikelen IV en V die in werking treden op 1 juli 2025 en met uitzondering van de artikelen I, III en VI die in werking treden op 1 januari 2026. 1

Dubbele algemene heffingskorting in de hoogte van de bijstand bevroren in 2025, 2026 en 2027

Op 1 januari 2025 zijn de Algemene nabestaandenwet en de Participatiewet gewijzigd in verband met het in 2025, 2026 en 2027 niet afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting (AHK) in het referentieminimumloon. In het kader van de koopkrachtbesluitvorming voor 2024 besloot de regering in 2023 om de dubbele AHK in 2024 te bevriezen op het percentage dat geldt per 1 juli 2023. Deze bevriezing heeft tot doel de koopkracht van huishoudens op het sociaal minimum te verbeteren. Daarnaast wordt de stapsgewijze verlaging van een aantal uitkeringen op het sociaal minimum tot 2028 gepauzeerd. Deze maatregel draagt ook bij aan het doel uit het hoofdlijnenakkoord om de (kinder)armoedecijfers niet boven het niveau van 2024 te laten komen. 1

Onderzoek naar intrekken Nederlands voorbehoud bij artikel 26 IVRK

Op 25 juni 2024 is, samen met de derde voortgangsrapportage Aanpak geldzorgen, armoede en schulden, het onderzoeksrapport naar de mogelijke juridische consequenties van intrekking van het Nederlandse voorbehoud bij artikel 26 van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) aan de Tweede Kamer gestuurd. 1 De onderzoekers concluderen dat de intrekking naar verwachting geen grote veranderingen brengt in de huidige verplichtingen van de Staat. Het onderzoek maakt de weg vrij voor opheffing van het voorbehoud. Dit zal een belangrijk politiek signaal afgeven, namelijk, de intentie om de sociale zekerheid van kinderen in Nederland te versterken en tegemoetkomen aan de herhaalde oproepen van het VN-Kinderrechtencomité. Universiteit Utrecht, UCERF en Erasmus Universiteit, De sociaalzekerheidsrechtelijke positie van minderjarigen in Nederland, 2024, p. 54; https://open.overheid.nl/documenten/f71f5a1a-2f32-4008-a2fa-b22f4317397e/file

Het opheffen van het voorbehoud van artikel 26 stond op de agenda van het commissiedebat Armoede- en schuldenbeleid op 17 april 2025. Een motie van Kamerleden Welzijn, Lahlah en Ceder leidde tot een verkenning van de juridische consequenties van intrekking van het voorbehoud bij artikel 26. Uit het onderzoek van de Universiteit Utrecht en de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor het opheffen van het voorbehoud. Universiteit Utrecht, UCERF en Erasmus Universiteit, De sociaalzekerheidsrechtelijke positie van minderjarigen in Nederland, 2024 Ook uit een eerder onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut uit 2021 bleek dat het recht van kinderen op sociale zekerheid onvoldoende gewaarborgd is via de ouders. Verwey Jonker Instituut, Het Nederlands voorbehoud op artikel 26 IVRK, Kinderen missen zelfstandig recht op Sociale Zekerheid, 2021

Onderzoek energiearmoede

Onderzoeksinstituut TNO heeft de impact van stijgende energieprijzen op energiearmoede in Nederland in 2025 onderzocht als onderdeel van het Landelijk Onderzoeksprogramma Energiearmoede. Dit onderzoek werd gepubliceerd op 6 maart 2025. TNO stelt dat een beperkte stijging van de energieprijs in 2025 naar schatting tot 6,6% energiearme huishoudens in Nederland zal leiden. Bij een middenprijs komt de studie uit op 7,1% huishoudens met energiearmoede en een hoge prijs zorgt voor 7,6% huishoudens met energiearmoede. Dat komt neer op ongeveer 550.000 tot 640.000 huishoudens in energiearmoede in 2025. 1

Energiebelasting daalt

In 2025 is de energiebelasting gedaald. Zowel het energiebelastingtarief over het stroomverbruik als over het gasverbruik. Voor stroomverbruik zal de daling 7% bedragen. Voor een gemiddelde huiseigenaar betekent dit een belastingverlaging van € 21,35 per jaar. Voor gasverbruik zal het om een daling van 1% gaan, dat is belastingverlaging van € 6,63 per jaar voor een gemiddelde huiseigenaar. 1

Tijdelijk Noodfonds Energie

Op 14 februari 2025 lieten de staatssecretaris voor Participatie en Integratie en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid weten dat er besloten is om in 2025 het energiefonds op te gaan starten. Het kabinet heeft het Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE) gevraagd om voorbereidingen te treffen als uitvoeringsorganisatie. 11 Kwetsbare huishoudens hebben in de week van 21 april 2025 een aanvraag in kunnen dienen. 1 Indien de aanvraag wordt toegewezen, dan krijgen huishoudens steun van het noodfonds voor een periode van zes maanden. 1

Stijging minimumloon en uitkeringen Caribisch Nederland

Per 1 juli 2024 verhoogt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het wettelijk minimumloon op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba met respectievelijk 11,4%, 12,6% en 5,8%. 1 Per 1 januari 2025 worden de bedragen voor het minimumloon, de kinderbijslag en de uitkeringen op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba aangepast op basis van de inflatiecijfers 2024. 1

Koopkracht BES-eilanden versterkt

Het kabinet wil de koopkracht van zowel gezinnen met kinderen als minima- en middeninkomens op de BES-eilanden versterken. Het kabinet ontwikkelt hiervoor specifieke, gerichte, inkomensafhankelijke maatregelen. De uitwerking hiervan wordt voor de zomer van 2025 door de staatssecretarissen van Participatie en Integratie en Digitalisering en Koninkrijksrelaties met de Tweede Kamer gedeeld. Inspanningen van het kabinet gericht op het rapport van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland, p3

Begroting BES-fonds 2025

Het wetsvoorstel Begrotingsstaten Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2026 is op 12 december 2024 aangenomen door de Tweede Kamer en op 18 maart 2025 door de Eerste Kamer. 1 Ten opzichte van de begroting van het BES-fonds vorig jaar zijn er dit jaar belangrijke mutaties op het gebied van armoedebestrijding. Er is een overboeking van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar het BES-fonds voor lokale armoedebestrijding, voor de eenmalige energietoelage voor huishoudens met een laag inkomen en voor de vrije uitkering van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Daarnaast zijn er vanaf 2025 middelen beschikbaar gesteld voor de versterking van de dienstverlening ten behoeve van het armoedebeleid. Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2024-2025, vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025, p. 19 en 20.

Niet-gebruik van maatregelen

Ondanks dat gemeenten en de landelijke overheid allerlei maatregelen en subsidies toekennen voor mensen met een (langdurig) laag inkomen, blijkt dat veel mensen geen gebruik maken van deze regelingen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn onder andere te harde eisen en voorwaarden voor toegang tot deze regelingen, een dienstverleningsmodel dat te aanbodgestuurd werkt waardoor de verantwoordelijkheid ligt bij iemand die wellicht behoort tot een kwetsbare groep, onbekendheid met de regelingen en wantrouwen bij de burger, vaak ingegeven door een negatieve ervaring. Landelijke cliëntenraad, Rapport: Signaal ‘Niet voor mij’, p.2 Uit het rapport blijkt dat wanneer mensen geen gebruikmaken van deze regelingen, het sociaal minimum onder druk kan komen te staan. Landelijke cliëntenraad, Rapport: Signaal ‘Niet voor mij’, p.3

Aanbeveling 33b. Goede woningen voor kinderen

Beleidsprioriteiten 2025

Volkshuisvesting is één van de beleidsprioriteiten in de begroting van 2025. 1

Staat van de Volkshuisvesting 2024

In de Staat van de Volkshuisvesting 2024 wordt gesproken over de al voorziene verslechterde economische omstandigheden in 2024 en 2025. Dit kan leiden tot een dip in de woningbouwproductie. Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Staat van de volkshuisvesting 2024, p29 De verwachting is wel dat de woningbouwproductie in 2026 sterk zal aantrekken en vanaf 2027 is de prognose zelfs dat het mogelijk zal zijn om 100.000 nieuwe woningen per jaar te realiseren. Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Staat van de volkshuisvesting 2024, p34 De Staat van de Volkshuisvesting 2025 is nog niet gepubliceerd.

Voortgangsrapportages Nationaal Actieplan Dakloosheid en Beschermd Wonen
De Tweede Kamer ontvangt twee keer per jaar een voortgangsbrief over de ontwikkelingen op het gebied van dakloosheid en beschermd wonen. De eerste brief van 2024 heeft de Tweede Kamer ontvangen op 4 juni 2024. 1 Hierin stelt de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat anderhalf jaar na het lanceren van het actieplan blijkt dat het terugdringen van het aantal dakloze mensen een complexe opgave blijft. Ondanks inzet en beleidsveranderingen heeft dit plan nog niet geleid tot een afname van het aantal dakloze mensen. 1 Op 5 juni 2024 heeft er een debat plaatsgevonden over het Nationaal Actieplan Dakloosheid en Beschermd Wonen. 1 De tweede voortgangsrapportage werd gepubliceerd op 17 december 2024. Hierin werd onder andere speciale aandacht besteed aan het groeiende aantal dakloze jongeren (16-27 jaar). Rijksoverheid, Voortgangsrapportage aanpak dakloosheid en beschermd thuis, p7 Samen met vele partners – waaronder jongeren zelf – is verkend of er op korte termijn een aantal gerichte, aanvullende acties kan worden genomen om dakloosheid onder jongeren te voorkomen. Hieruit is de actie-agenda ‘Voorkomen Jongerendakloosheid’ ontstaan. Rijksoverheid, Voortgangsrapportage aanpak dakloosheid en beschermd thuis, p7. Actie-agenda: https://open.overheid.nl/documenten/80543f8e-15ea-4241-ae6f-f491edcb1a47/file1

Wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting

Op 6 maart 2024 is het wetsvoorstel Wet versterking regie volkshuisvesting ingediend. 1 In de tussentijd is dit wetsvoorstel aangepast en op 13 februari 2025 opnieuw naar de Tweede Kamer gestuurd. 1 Deze wet zou ervoor zorgen dat het Rijk, provincies en gemeenten de regie krijgen om snel meer betaalbare woningen te bouwen. Ieder jaar moeten er 100.000 woningen gebouwd worden, waarvan twee derde betaalbare en 30% sociale huurwoningen. 1

Aanbeveling 33c. Geïntegreerde en ontwikkelingsgerichte aanpak van armoede onder kinderen

Nationaal Programma Armoede en Schulden

In het voorjaar van 2025 komt het kabinet met een Nationaal Programma Armoede en Schulden. 1 Het doel van het kabinet is om met een integrale, interdepartementale aanpak samen met gemeenten, vakbonden, werkgevers, maatschappelijke en private organisaties en ervaringsdeskundigen binnen het Nationaal Programma Armoede en Schulden ook de langetermijngevolgen van armoede tegen te gaan. Rijksoverheid, Regeerprogramma: Uitwerking van het hoofdlijnenakkoord door het kabinet, 13 september 2024, p13

Voortzetten schoolmaaltijden

In 2023 is het programma schoolmaaltijden gestart. In 2024 heeft het kabinet het programma gecontinueerd. Dit programma wordt in de huidige vorm verlengd tot en met het einde van schooljaar 2025-2026. Basisscholen en middelbare scholen kunnen zich blijven aanmelden voor gratis schoolmaaltijden voor leerlingen. 1 Ruim één op de vijf scholen doet mee aan het programma schoolmaaltijden. Een voorwaarde is dat een school moet kunnen aantonen dat 30% van de leerlingen uit een huishouden met een laag inkomen komt. 1

Aanbeveling 33d. Onderzoek naar impact armoedebestrijdingsmaatregelen

Programma Kinderarmoede 2024

De Kinderombudsman startte in 2024 een onderzoek naar de aanpak van armoede onder kinderen door gemeenten. Het onderzoeksrapport komt uit in 2025. 1

Laatste ontwikkelingen

Commissiedebat over Armoede- en schuldenbeleid

Op 22 mei 2025 heeft er een commissiedebat plaatsgevonden over armoede- en schuldenbeleid. 1

Onderzoek Kinderbijslagvoorziening BES

In juni 2025 is naar opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de rapportage ‘Onderzoek Kinderbijslagvoorziening BES’ verschenen. Uit de evaluatie blijkt dat de kinderbijslag bijdraagt aan het verkleinen van het bestedingsverschil tussen huishoudens met en zonder kinderen. Ouders geven aan dat de bijslag hen in staat stelt essentiële kosten te dekken, maar dat aanvullende ondersteuning gewenst is voor bredere ontwikkelingskansen, met name voor kwetsbare gezinnen en gezinnen met oudere kinderen. De evaluatie laat zien dat de regeling richting geeft aan beleidsdoelstellingen, maar dat aanvullende maatregelen nodig zijn om deze doelen volledig te realiseren. 1

Nationaal Programma Armoede en Schulden

De staatssecretaris van Participatie en Integratie heeft de Tweede Kamer op 6 juni 2025 geïnformeerd over het Nationaal Programma Armoede en Schulden. 1 Het doel van dit programma is om armoede onder kinderen te voorkomen, de langetermijneffecten van armoede tegen te gaan en mensen die in armoede leven helpen vooruit te komen. Dit programma zal de opvolger worden van de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden 2022-2025. 1

Urgentie voor dakloze gezinnen met minderjarige kinderen

Op 3 juli 2025 is in de Tweede Kamer een amendement aangenomen dat dakloze gezinnen met minderjarige kinderen, in de zin van ‘Ethos Light’ definitie van dakloosheid, opgenomen worden in de gemeentelijke urgentieregelingen. Met andere woorden, deze gezinnen moeten met voorrang in aanmerking komen voor huisvesting. 1

Voortgangsbrief bestaanszekerheid Caribisch Nederland

Op 3 juli 2025 informeert de staatssecretaris van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties de Tweede Kamer over voortgang van de maatregelen genomen over de bestaanszekerheid op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De staatssecretaris stelt dat het kabinet forse stappen heeft gezet om de bestaanszekerheid van de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te verbeteren. Met de genomen maatregelen, heeft het kabinet een wezenlijke impuls gegeven aan de koopkracht van minimahuishoudens in Caribisch Nederland. 1

Rapport Energiearmoede in Nederland TNO

Op 25 juli 2025 publiceerde TNO, in samenwerking met het CBS, het rapport ‘Energiearmoede in Nederland 2019-2024’. 1

Periodieke rapportage armoede en schulden

Op 1 september 2025 informeert de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat er eind 2026 een periodieke rapportage komt voor het thema armoede en schulden in zowel Europees als Caribisch Nederland. De rapportage zal de periode van 2019-2025 beslaan en heeft tot doel om beeld te geven van de effectiviteit, efficiëntie en impact van het beleid op het thema armoede en schulden. 1

Debat over dakloosheid

Naar aanleiding van de initiatiefnota van de leden Beckerman en Westerveld 1 over dakloosheid, zal 22 september 2025 hierover een debat plaatsvinden.

“Hoewel armoedecijfers een lichte daling laten zien, leven in de praktijk nog steeds te veel kinderen in armoede. Er is een vertekend beeld  ontstaan doordat een aantal kosten, zoals zorgbijdragen, schuldenaflossingen of kinderopvang, niet worden meegerekend in de nieuwe rekenmethode”, benadrukt Anandy Jongeboer, expert jeugdrecht van Defence for Children Nederland. Die onzichtbare armoede in gezinnen baart haar zorgen.

Volgens het Kinderrechtenverdrag hebben kinderen recht op een toereikende levensstandaard (artikel 27), sociale voorzieningen (artikel 26), en het recht om op te groeien in een gezin (artikel 9 en 16). Daarnaast dienen het belang van het kind (artikel 3) en de stem van het kind (artikel 12) altijd mee te wegen.

“Ik zie dat er gezinnen zijn die volgens de definitie niet in armoede leven, maar in werkelijkheid nauwelijks rondkomen. Kinderen voelen dit direct: zij lopen risico op uitsluiting, leerachterstanden en schade in hun ontwikkeling. Als er nu niks gebeurt, dreigt een groep kinderen op te groeien zonder toereikende levensstandaard. Dat betekent dat zij niet goed mee kunnen doen in de maatschappij, bijvoorbeeld omdat hun ouders geen geld hebben voor een sportclub, schoolspullen of een fiets. Daarmee komt hun ontwikkeling en toekomst in gevaar.”

Vroegtijdige ondersteuning

“Om dit op te lossen moet er meer nadruk komen op vroegtijdige ondersteuning van gezinnen. Ouders moeten sneller terecht kunnen bij schuldhulpverlening, nog voordat er problematische schulden ontstaan. Ook zou een kindercasemanager bij gemeenten kunnen helpen om integraal naar gezinnen te kijken: naar inkomen, toeslagen, uitkeringen en huisvesting. Zo kan armoede onder kinderen beter worden voorkomen.”

Hoopvolle ontwikkelingen

“Gelukkig zijn er ook eerste positieve stappen. Ik denk dan aan tijdelijke steunmaatregelen als het Noodfonds Energie, en de verhoging van de toeslagen en het minimumloon. Wat ook heel belangrijk is, is het onderzoek naar het opheffen van het voorbehoud dat Nederland heeft gemaakt bij artikel 26 van het Kinderrechtenverdrag. Daardoor verloopt het recht op sociale zekerheid en de bijbehorende financiële hulp en voorzieningen van de overheid via ouders. Opheffen van dit voorbehoud kan ervoor zorgen dat financiële middelen direct ten goede komen aan kinderen.”

Oproep

“Maar hiermee zijn we er nog niet. De overheid zou structureel moeten kijken vanuit de rechten van het kind en gezinnen beter ondersteunen. Een toereikende levensstandaard is essentieel.”

Mijn oproep is dat het voorbehoud op artikel 26 wordt opgeheven, zodat elk kind kan rekenen op de middelen die nodig zijn om veilig op te groeien en zich te ontwikkelen.

OVER DE EXPERT

Anandy Jongeboer is juridisch medewerker jeugdrecht bij de kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children Nederland en gaf ons haar mening over de stand van zaken en ontwikkelingen in Nederland binnen het thema kinderarmoede in Nederland.

X

Download hier Kinderrechten in Beweging