Geweld tegen kinderen

Totaal aantal meldingen en adviezen kindermishandeling bij Veilig Thuis

62.795

2020

66.400

2024

Geweld tegen kinderen

Zo staat het ervoor

Wat is er in Nederland gebeurd op het gebied van geweld tegen kinderen in het derde jaar na de laatste aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité?

Kinderen die in aanraking komen met geweld zijn maar beperkt in beeld. Het aantal meldingen en adviezen over kindermishandeling bij Veilig Thuis is in de afgelopen jaren (licht) gestegen. Ook het totaal aantal meldingen over seksueel misbruik van minderjarigen is gestegen. Maar tegelijkertijd kunnen we constateren dat het aantal gemelde gevallen van kindermishandeling een stuk lager is dan we op basis van schattingen kunnen verwachten. Doordat een jaarlijkse monitoring van de daadwerkelijke prevalentie van kindermishandeling ontbreekt, hebben we maar beperkt inzicht in de aard van het probleem. Uit het hoge aantal her- en vervolgmeldingen bij Veilig Thuis kan geconcludeerd worden dat een melding in veel gevallen niet resulteert in het stoppen van het geweld.

Op beleidsniveau lopen meerdere programma’s, waaronder het programma ‘Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming’ en de ‘Hervormingsagenda Jeugd’. Met dit beleid wordt een stap in de goede richting gezet, maar we zien tegelijkertijd nog belemmeringen bij de uitwerking en implementatie van deze beleidsplannen in de praktijk. Ook is er nog geen goede effectmeting en is er onduidelijkheid over structurele financiering of een tijdspad. De toegang tot hulp verschilt per regio en ondanks verschillende regionale hulpinitiatieven, zien we weinig landelijke maatregelen die dit borgen. We zien daarnaast dat weinig beleid zich richt op preventie.

De aanpak van seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag is steviger op de agenda gekomen, onder andere met de Wet seksuele misdrijven (per 1 juli 2024) en de verlenging van het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld tot eind 2026.

Op de BES-eilanden zijn stappen gezet in het opbouwen van een beschermingsstructuur, zoals de invoering van de Beschermingscode per januari 2025, de voorbereiding van een bestuursakkoord en uitbreiding van campagnes en trainingen.

FOCUS

Het bestaan en in werking zijn van beschermingsmaatregelen.

Definitie

Wat verstaan we onder geweld tegen kinderen?

Elke vorm van, voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard (Artikel 1.1 van de Jeugdwet).

Kengetallen

Het aantal meldingen bij Veilig Thuis over kindermishandeling is in 2024 gestegen met 1% ten opzichte van 2023. Het aantal adviezen is gestegen met 7%. Dat zijn kleinere stijgingen dan in het jaar daarvoor (resp. 4,5% en 10,5%).

Het totaal aantal meldingen bij Veilig Thuis over seksueel misbruik van kinderen was in 2024 1.730. Dat is lager dan in het jaar daarvoor (1.930). Bijna een derde van de meldingen van seksueel misbruik bij Veilig Thuis in de periode 2019-2022 betrof een geweldsduur van korter dan een week en 24% van de meldingen betrof geweld dat langer dan een jaar duurde.

Figuur 1. Totaal aantal meldingen en adviezen kindermishandeling bij Veilig Thuis 2020-2024

Bron: CBS, Dashboard Veilig Thuis, ‘Aard van het geweld’

Figuur 2. Aantal afgeronde diensten onderzoek door Veilig thuis over kindermishandeling

Bron: CBS, Dashboard Veilig Thuis, ‘Aard van het geweld’

Aanbevelingen VN-Kinderrechtencomité

Aanbeveling 22a. Zorg dat alle gevallen van geweld tegen kinderen daadwerkelijk worden onderzocht en dat er altijd wordt ingegrepen, ook in geval van verwaarlozing en seksueel misbruik, thuis en buitenshuis en in de digitale omgeving, met name in geval van seksuele uitbuiting, online agressie en grooming (online/offline benaderen van kinderen voor seksuele doeleinden).

Aanbeveling 22b. Neem juridische en administratieve maatregelen voor het opzetten van een infrastructuur om kinderen te beschermen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

Aanbeveling 22d. Verbeter maatregelen die ervoor zorgen dat kinderen die slachtoffer of getuige zijn van geweld onmiddellijke toegang hebben tot kindvriendelijke, multisectorale behandelingen en brede ondersteuning, zoals forensische vraaggesprekken en psychologische therapieën, door ervoor te zorgen dat de multidisciplinaire aanpak (MDA++) kindgericht is via de gebruikte methodologie met als doel de secundaire victimisatie van de kinderen te voorkomen.

Aanbeveling 22g. Zorg dat in de wet het verbod op lijfstraffen in alternatieve zorginstellingen, dagopvang en scholen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius expliciet is vastgelegd en verbeter de bewustwordingscampagnes gericht op het bevorderen van positieve, geweldloze en participatieve vormen van opvoeden en straffen waarbij de negatieve gevolgen van lijfstraffen worden benadrukt.

Aanbeveling 22h. Verbeter de toegang tot behandelprogramma’s voor kinderen met seksueel grensoverschrijdend gedrag, onder wie kinderen die een zedenmisdrijf hebben begaan, en zorg ervoor dat deze kinderen passende therapeutische hulp krijgen en gebruik kunnen maken van de maatregelen ter bescherming van kinderen.

Cijfermatige ontwikkelingen

In 2024 betrof 31% van alle meldingen bij Veilig Thuis een eerste melding. De overige meldingen waren een hermelding (38%) of een vervolgmelding (29%).

Cijfers laten zien dat het grootste aantal meldingen bij Veilig Thuis vanuit de politie komt: dit aantal is stabiel tussen 2020 en 2024 (65% van het totaal aantal meldingen). Het percentage meldingen vanuit beroepsgroepen, zoals de kinderopvang, het onderwijs en gezondheidszorg, is gestegen. Het percentage niet-beroepsmatige meldingen is tussen 2020 en 2024 gedaald van 10% naar 8%. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat melders – ook professionals – terughoudender worden met melden bij Veilig Thuis omdat zij twijfelen aan de meerwaarde van een melding en vanwege de lange wachttijden en de soms gebrekkige kwaliteit van interventie door Veilig Thuis.

De huidige cijfers bieden geen totaalinzicht in het aantal kinderen dat (mogelijk) te maken heeft met kindermishandeling, maar alleen in het aantal gesignaleerde en bij Veilig Thuis gemelde gevallen. Er zijn geen landelijke registraties van het aantal hulpvragen of meldingen rondom kindermishandeling buiten Veilig Thuis.

De laatste jaarprevalentie huiselijk geweld bij kinderen tussen de 16 en 18 jaar dateert uit 2024.  Uit zelfrapportage blijkt dat 24% van hen in de 12 maanden daarvoor slachtoffer was van huiselijk geweld. 18% was slachtoffer van structureel huiselijk geweld; 13% van fysiek geweld Dat is ongeveer vergelijkbaar met 2022.; 3% had te maken met dwingende controle ‘Dwingende controle’ is in 2024 anders gedefinieerd dan in voorgaande jaren en daarom niet te vergelijken met eerdere jaren.; 2% was slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag in huiselijke kring. Dat is vergelijkbaar met 2022. 25% was in de 12 maanden daarvoor slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag in het algemeen. Dat is minder dan in 2022 (30%).

Recente data over de prevalentie van kindermishandeling bij kinderen van 0 tot 16 jaar ontbreken. De meest recente prevalentiestudie dateert uit 2017. In dat jaar kregen naar schatting tussen de 90.000 en 127.000 kinderen te maken met een vorm van kindermishandeling. Dit een schatting op basis van informatenrapportages. Uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut in 2024 blijkt dat in een referentiegroep van niet bij Veilig Thuis gemelde jongeren, 23% van de jongeren te maken heeft gehad met kindermishandeling. Deze jongeren zijn geworven via het jongerenpanel van Kantar. 

Een systematische landelijke monitoring van het aantal kinderen op wachtlijsten bij Veilig Thuis ontbreekt. Er is met de huidige data geen inzicht in het aantal kinderen dat mogelijk op een wachtlijst staat bij Veilig Thuis. Cijfers ontbreken over het aantal kinderen dat op de wachtlijst bij Veilig Thuis staat, wat de gemiddelde wachttijd is, wat het aantal kinderen is dat langer dan vijf dagen moet wachten na een melding bij Veilig Thuis en wat de gemiddelde doorlooptijd in weken is tussen de melding en beëindiging van het onderzoek. De IGJ houdt toezicht op de wachtlijsten, maar dit wordt geregistreerd per melding en niet per kind. In oktober 2024 heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een rapport gepubliceerd waaruit blijkt dat kinderen, gezinnen en huishoudens vaak nog te lang moeten wachten op actie vanuit Veilig Thuis en daardoor niet op tijd de benodigde hulp krijgen. Alleen bij acute onveiligheid wordt een melding meteen opgepakt door Veilig Thuis. Taken waar wettelijke termijnen voor zijn, worden nog steeds niet op tijd uitgevoerd. Dit gaat nog slechter dan in het jaar daarvoor. In 2024 blijkt dat maar vijf van de 26 Veilig Thuis-organisaties 80% van de veiligheidsbeoordelingen binnen de wettelijke termijn afronden. En maar twee Veilig Thuis-organisaties ronden 80% van de onderzoeken binnen de wettelijke termijn af. Een structurele toename van de instroom en ernst van meldingen en onvoldoende deskundigheid en beschikbaarheid van lokale hulpverlening spelen daarbij een rol. Het gevolg is dat kindermishandeling voortduurt, hulpverlening stagneert en dat er onvoldoende zicht op veiligheid in gezinnen is.

Het verschil tussen het aantal meldingen enerzijds en het aantal afgeronde diensten onderzoek (7% van het aantal meldingen kindermishandeling) anderzijds is groot. De dienst “Onderzoek” wordt ingezet als er nog geen antwoord is op de vraag of er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. De dienst “Onderzoek wordt ook ingezet in het geval de leden van het gemelde gezin of huishouden niet willen samenwerken met Veilig Thuis. Dat komt deels doordat veel meldingen worden overgedragen aan (bestaande) hulpverlening en verdere betrokkenheid van Veilig Thuis daarbij niet nodig is. Er zijn geen landelijke cijfers bekend over of en hoe er wordt ingegrepen en welk onderzoek of hulp hierbij wordt ingezet.

Het hulpaanbod en de aanwezigheid van wachtlijsten voor passende hulp en ondersteuning bij (complexe) gezinsproblematiek wisselt per regio. Er is geen landelijke registratie van het aantal kinderen dat op wachtlijsten staat of dat geen passende hulp ontvangt.

Specifieke vormen van kindermishandeling

Er is geen landelijke, centrale registratie van het aantal kinderen dat jaarlijks overlijdt door kindermishandeling in Nederland.

Aanbeveling 22a. Onderzoek alle gevallen van geweld tegen kinderen

Figuur 3. Aard van het geweld en/of mishandeling van het totaal aantal meldingen bij Veilig Thuis

Bron: CBS, Dashboard Veilig Thuis, ‘Aard van het geweld’

Figuur 4. Aantal meldingen van kindermishandeling op Bonaire 2021-2024

Bron: Cijfers ontvangen vanuit Akseso, de 1e lijn hulpverlening

Aantal meldingen van een vermoeden van kindermishandeling op Saba in 2024: 7

Aantal meldingen huiselijk geweld op Saba: 9

Bron: Cijfers ontvangen vanuit Department of Community Development & Culture Saba

Aantal meldingen van kindermishandeling op Sint Eustatius in 2024: zeven, waarbij acht kinderen waren betrokken, waarvan twee gevallen van lichamelijke mishandeling en vijf gevallen van emotionele mishandeling. Er zijn 55 adviesvragen ontvangen.

Bron: Cijfers ontvangen vanuit 1e lijn/advies- en meldpunten BES.

In 2024 zijn er op de BES-eilanden in totaal 93 zorgmeldingen binnengekomen. Er wordt geregistreerd op het aantal zorgmeldingen en niet op het aantal betrokken kinderen. Aangezien een melding gemiddeld betrekking heeft op twee kinderen, wordt ingeschat dat het om ongeveer 186 kinderen gaat.

Bron: 2e lijn jeugdzorg BES-eilanden

Aanbeveling 22h.Toegang tot behandelprogramma’s voor kinderen met seksueel grensoverschrijdend gedrag

In 2024 was 8,8% van de personen die contact opnam met de hulplijn Stop it now. Via een telefonische hulplijn en een chat biedt Stop it Now anoniem, vertrouwelijk en gratis ondersteuning aan iedereen die zich zorgen maakt over zijn of haar seksuele gevoelens en/of gedrag richting minderjarigen. jonger dan 18 jaar. Het is niet bekend hoeveel van hen zijn doorverwezen voor behandeling.

Het is onbekend wat het totaal aantal kinderen is dat deelneemt aan behandelprogramma’s voor kinderen die seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen.

Beleidsbeschrijvingen


Aanbeveling 22a. Zorg dat alle gevallen van geweld tegen kinderen daadwerkelijk worden onderzocht en dat er altijd wordt ingegrepen

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ)

Op 27 augustus 2024 bracht de RSJ op verzoek van het ministerie van Justitie en Veiligheid advies uit over de vraag of er voldoende aandacht is voor de veiligheid van kinderen in complexe (ex-) partnerrelaties bij gezag- en omgangszaken. 1 De aandacht voor onveiligheid is toegenomen, maar nog niet altijd voldoende om kind-onveiligheid te signaleren of te voorkomen. Het bewustzijn dat (getuige zijn van) partnergeweld een vorm van kindermishandeling is, ontbreekt soms. Het ontbreekt aan tijdige en passende hulpverlening aan kinderen en ouders die te maken hebben met geweld in afhankelijkheidsrelaties, o.a. door wachtlijsten en schotten tussen hulpverlening voor jeugdigen en volwassenen. Advies is o.a. dat hulpverlening in een vroegtijdig stadium beschikbaar moet zijn en dat op landelijk niveau een integraal hulpaanbod ontwikkeld moet worden

Onderzoek

In november 2024 bracht De Kindertelefoon op basis van kwalitatief onderzoek naar buiten dat kinderen het vaak lastig vinden iemand in hun omgeving in vertrouwen te nemen en te praten over kindermishandeling, en dat de omgeving in sommige gevallen te weinig doet.

Veilig Thuis

Sinds januari 2025 gebruikt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een toetsingskader voor toezicht op Veilig Thuis.

Moties

Op 21 november 2024 werd een motie verworpen over het aanstellen van een nationaal coördinator huiselijk geweld en kindermishandeling. Op 5 maart 2025 werd een motie aangenomen over het uitwerken van een juridische adviesplicht bij Veilig Thuis voor de sectoren zorg en onderwijs voor de zomer van 2025. Op 5 maart 2025 werd ook een motie aangenomen over het principe introduceren dat het bij de combinatie van disclosure en zichtbaar letsel bijna altijd onverantwoord is een kind terug te sturen naar de thuissituatie.

Vrouwelijke genitale verminking

Op 21 maart 2025 hebben de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap schriftelijke vragen beantwoord over de dreiging van vrouwelijke genitale verminking in Nederland, naar aanleiding van signalen dat vrouwelijke genitale verminking een groter probleem is dan wordt aangenomen. Op dit moment wordt verkend welke aanvullende maatregelen passend zijn voor de aanpak van vrouwelijke genitale verminking.

Aanbeveling 22h. Verbeter de toegang tot behandelprogramma’s voor kinderen met seksueel grensoverschrijdend gedrag

Moties

Op 23 oktober 2024 werd een motie aangenomen om de regelgeving te verruimen zodat minderjarige zedendelinquenten eventueel langdurig gevolgd kunnen worden. Er is geen aanleiding gezien om de toezichtstermijn van drie jaar te verlengen. In de Hervormingsagenda Jeugd wordt gewerkt aan de verbetering van beschikbaarheid van passende hulp.

Aanbeveling 22b. Infrastructuur om kinderen te beschermen op BES-eilanden

Samenwerking

Op 11 juli 2024 hebben AMHK Guiami en vrouwenopvang Refugio Tabitha op Bonaire een overeenkomst voor samenwerking ondertekend. Er wordt gebouwd aan een Family Justice Center waarin hulpverlening wordt geboden waarbij een burger maar één keer zijn of haar verhaal hoeft te doen. Naar verwachting is dit in de tweede helft van 2025 operationeel.

Besluit maatschappelijke ondersteuning en bestrijding van huiselijk geweld en kindermishandeling BES

Op 1 januari 2025 is het Besluit maatschappelijke ondersteuning en bestrijding van huiselijk geweld en kindermishandeling BES in werking getreden in Caribisch Nederland. In dit besluit zijn onder andere de taken en uitvoering van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) opgenomen en de invoering van een verplichte Beschermingscode Huiselijk geweld en Kindermishandeling (HGKM). Ook is de begripsbepaling van huiselijk geweld en kindermishandeling hierin opgenomen.

Deskundigheidsbevordering

Deskundigheidsbevordering vond plaats o.a. op Bonaire in het onderwijs, kinderopvang, de zorg en bij de politie. In de eerste helft van 2025 zijn er weer nieuwe trainingen gepland. Het ministerie van Justitie en Veiligheid is in overleg met het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) over de wijze waarop kennis over relationeel geweld kan worden vergroot.

Campagne  

In maart 2025 lanceerde Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) de nieuwe campagne ‘Safe Together, Strong Together’ om burgers en professionals te motiveren om advies te vragen of een melding te doen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook is een advieslijn ingesteld.

Aanbeveling 22d. Onmiddellijke toegang van kinderen die slachtoffer of getuige zijn van geweld tot MDA++

Passende hulp en ondersteuning

De meest recente informatie over hulp aan kinderen gemeld bij Veilig Thuis komt uit de derde cohortstudie van het Verwey-Jonker instituut uit 2023. In bijna tweederde van de relaties en gezinnen blijkt dat een jaar na melding nog steeds sprake is van frequent en ernstig partnergeweld of kindermishandeling. 81% van de kinderen heeft een jaar na melding nog steeds te maken met mishandeling. Driekwart van de kinderen krijgt een vorm van formele hulp, maar 60% van de kinderen met klinische traumaklachten krijgt nog geen psychiatrische of traumagerichte hulp.

Seksueel geweld

Ruim 60% van de slachtoffers van seksueel geweld bekend bij de politie in de periode 2018-2022 ontvangt geen jeugdhulp. Het is niet inzichtelijk of deze kinderen andere hulp krijgen.

Onder één dak

Het Barnahus-model is een voorbeeld van multisectorale samenwerking en werkt kindcentraal volgens het ‘onder één dak’-principe. In 2024 is binnen het traject ‘gezamenlijke entree’ een nieuwe manier van werken ontwikkeld om slachtoffers van seksueel geweld te helpen die werkt op basis van een gestandaardiseerde aanmelding, multidisciplinaire beoordeling en eenduidige regie. Deze werkwijze wordt in 2025 in twee regio’s in de praktijk getest. Daarnaast is regionaal initiatief Via225 geopend op 27 juni 2024 in Rotterdam, een centrum voor slachtoffers van misbruik en kindermishandeling waarin Centrum huiselijk geweld en kindermishandeling Filomena samenwerkt met het Centrum Seksueel Geweld en het expertiseteam Kindermishandeling van het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis.

Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming

Vierde en vijfde voortgangsrapportage Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming

Op 5 november 2024 is de Tweede Kamer met een kamerbrief geïnformeerd over de vijfde voortgangsrapportage. Het programma monitort sinds 1 januari 2023 de ontwikkelingen in de proeftuinen. In tien door het programma gesubsidieerde proeftuinen en drie beproevende regio’s wordt gewerkt volgens de nieuwe werkwijze. In de periode 1 januari 2023 tot 1 juli 2024 zijn de proeftuinen bij 1.268 gezinnen betrokken geweest. Op 30 juni 2024 is in totaal 109 keer een gedwongen maatregel ingezet (8,6%), dat is hoger dan voorgaande metingen. Bij 456 gezinnen is de betrokkenheid van het Regionale Veiligheidsteam in het tweede kwartaal van 2024 gestopt; vervolghulp is nog niet goed uit de data te herleiden maar in veel gevallen blijft het lokale team betrokken.

De voortgangsrapportage stelt dat cijfers uit de proeftuinen lastig met elkaar te vergelijken zijn, omdat ze op verschillende momenten met een brede opdracht zijn gestart. Ook biedt de huidige wet- en regelgeving nog steeds geen ruimte om het estafettemodel te doorbreken en de hulp en bescherming aan kinderen en volwassenen echt te verbeteren. Het maatschappelijke effect van de werkwijze op landelijk niveau is lastig in beeld te brengen: er wordt nog gewerkt aan de ontwikkeling van monitoring op effecten. Proeftuinen hebben aangegeven (financieel) perspectief nodig te hebben.

Ontwikkelrichting Regionale Veiligheidsteams (RVT’s)

Op 20 juni 2024 werd het onderzoeksrapport Inrichting Regionale Veiligheidsteams opgeleverd, waarin bouwstenen voor de RVT’s en het lokale team zijn uitgewerkt en vijf mogelijke varianten voor een RVT.

Op 29 oktober 2024 werd een ontwikkelrichting bepaald voor de inrichting van het RVT: een decentraal aangestuurde zelfstandige publiekrechtelijke organisatie op schaal van de 25 veiligheidsregio’s waarbij jeugdreclassering onder centrale aansturing wordt gebracht.

Reacties Ontwikkelrichting

Op 8 november 2024 hebben het Landelijk Netwerk Veilig Thuis (LNVT) en de gecertificeerde instellingen (GI’s) in een brief hun zorgen geuit over de bekendgemaakte ontwikkelrichting. Op 21 januari 2025 hebben de GI’s bekend gemaakt zich terug te trekken uit het Toekomstscenario omdat volgens hen de richting onvoldoende recht doet aan de verbetering van de bescherming van kinderen en gezinnen. Op 27 januari heeft LNVT een statement naar buiten gebracht dat ze selectief zullen zijn in waar ze waarde kunnen toevoegen aan het Toekomstscenario.

Rondetafelgesprek Toekomstscenario

Op 5 februari 2025 vond een rondetafelgesprek plaats over het Toekomstscenario. Daarin werd onder andere benoemd dat financiële middelen nodig zijn voor een transitie, dat op dit moment in de praktijk de toegang tot hulp nog niet gelijk verdeeld is over regio’s en dat de inrichting van lokale teams nog niet overal hetzelfde is.

Rapport Verwey-Jonker instituut

Op 5 maart 2025 publiceerde het Verwey-Jonker instituut een rapport over hoe de nieuwe aanpak zich in de proeftuinen ontwikkelt. Zowel cliënten als professionals zijn in het algemeen positief, maar zien ook nog knelpunten.

Hervormingsagenda

Hervormingsagenda deskundigencommissie

In april 2024 is de deskundigencommissie voor de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028 van start gegaan. Deze externe, onafhankelijke commissie volgt de uitvoering van de hervormingsagenda en brengt hierover zwaarwegend advies uit aan het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Hervormingsagenda voortgang

De Tweede Kamer is op 5 november 2024 door middel van een kamerbrief geïnformeerd over de voortgang van de Hervormingsagenda. O.a. is een wetsvoorstel in voorbereiding om de reikwijdte van de jeugdhulpplicht aan te passen, dat naar verwachting in de zomer van 2025 in consultatie zal gaan. Verder wordt gewerkt aan versteviging van de lokale teams, wat nog niet in alle regio’s lukt. O.a. de VNG werkt aan het convenant stevige lokale teams. In de Hervormingsagenda Afspraken monitor (HA-monitor) wordt de voortgang van de inspanningsafspraken in beeld gebracht. Veel is in gang gezet, maar de meeste afspraken zijn nog niet geëffectueerd. Voortgang wordt beïnvloed door wederzijdse afhankelijkheden en achterstand op de planning (vooral door Rijk en VNG).

Rapport deskundigencommissie

Op 30 januari 2025 bracht de deskundigencommissie rapport ‘Groeipijn’ uit op basis van rapporten en onderzoeken, position papers en gesprekken met 175 mensen. De commissie constateert dat er nog veel moet gebeuren om de omslag in cultuur, structuur en praktijk daadwerkelijk te maken en te borgen. Ondanks de wens om de grote vraag naar jeugdhulp terug te dringen, roept de commissie op om ook voor de meest kwetsbare jongeren tijdige hulp en zorg te kunnen garanderen. De commissie stelt dat de Hervormingsagenda een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde is voor een beter jeugdstelsel. Er is o.a. te weinig aandacht voor het wegnemen en verminderen van (structurele) factoren die leiden tot instroom naar jeugdhulp, nog te veel verschil in de invulling van lokale teams, er zijn te hoge verwachtingen van de afbakening van de Jeugdwet en er bestaat risico op nieuwe schotten. De commissie pleit voor een brede jeugd- en gezinsaanpak, zowel op lokaal als op rijksniveau.

Moties en nieuwe wetten

Op 21 februari 2024 heeft staatssecretaris Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) de Eerste Kamer bericht over het ontwerpbesluit Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg. Op 25 april 2024 is het wetsvoorstel Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel bevat o.a. de verplichting voor gemeenten om specialistische jeugdzorg regionaal in te kopen. In het ontwerpbesluit Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg is de regio-indeling vastgelegd en zijn de vormen van jeugdhulp aangewezen die minimaal regionaal moeten worden ingekocht. Op 5 maart 2025 is een motie aangenomen om het toekomstscenario en de Hervormingsagenda Jeugd aan elkaar te verbinden.

Rapport Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)

Op 25 april 2024 bracht de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een rapport naar buiten waarin ze zich grote zorgen maakt over jongeren met een complexe hulpvraag buiten de gesloten jeugdhulp die wel te maken hebben met vrijheidsbeperkende maatregelen, zonder dat hun rechtsbescherming geborgd is.

Rapport van de IGJ, Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) en Inspectie van het Onderwijs (IvhO)

In mei 2024 werd een tienjarig pleegkind uit Vlaardingen opgenomen in het ziekenhuis na ernstige verwondingen. Op 30 januari 2025 werd het rapport hierover van de IGJ, IJenV en IvhO aangeboden aan de Tweede Kamer. Het rapport stelt dat ondanks meerdere signalen onvoldoende actie is ondernomen, onvoldoende gesproken is met en geluisterd naar het meisje en dat de hulpverlening tekort schoot. De inspectie ziet toe op het opvolgen en uitwerken van alle aanbevelingen uit het rapport.

Schriftelijke vragen

Op 5 maart 2025 zijn in de Tweede Kamer schriftelijke vragen gesteld over het rapport van de IGJ en IJenV van februari 2025 over geuite zorgen over kinderen die te lang wachten op een vaste jeugdbeschermer en passende hulp.

Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld

Op 15 april 2024 werd bekendgemaakt dat het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld wordt verlengd tot 31 december 2026. Op 25 juni 2024 werd de beleidsreactie op de Monitor seksueel geweld tegen kinderen 2018-2022 aangeboden aan de Tweede Kamer. Op 10 maart heeft de staatssecretaris van VWS antwoord gegeven op schriftelijke vragen van 14 januari 2025 over hulp na seksueel misbruik. Er is o.a. gewerkt aan een nieuwe werkwijze, trauma-screening, een expertiseplatform en passende hulp vanuit slachtoffer perspectief. Vanwege wachtlijsten in de GGZ is het moeilijk om passende vervolgbehandelingen te vinden.

Wet seksuele misdrijven

Op 1 juli 2024 is de Wet seksuele misdrijven ingegaan. Deze nieuwe wet beoogt slachtoffers van seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag strafrechtelijk beter te beschermen. Hierin is onder andere het verbod op ‘sexchatting’ opgenomen, wat inhoudt dat het als volwassene uitwisselen van seksueel getinte berichten met kinderen tot 16 jaar strafbaar wordt. Ook sexchatting met jongeren van 16 of 17 jaar in een kwetsbare positie wordt strafbaar. De bijzondere verjaringsregeling voor seksuele misdrijven wordt verruimd. Slachtoffers van alle delictsvormen van verkrachting kunnen aanspraak maken op een tegemoetkoming uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Een strafrechtelijk verbod op kindersekspoppen werd toegevoegd. De Wet seksuele misdrijven moderniseert de strafwetgeving voor seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Aanbeveling 22g. Verbod op lijfstraffen en de bewustwording op BES-eilanden

Onderzoek

In opdracht van het ministerie van VWS heeft de Universiteit Leiden samen met Unicef en de Universiteit van Curaçao onderzoek gedaan naar de houding van jongeren, volwassenen en professionals tegenover het gebruik van geweld in relaties en opvoedstijlen. De drie eindrapporten zijn op 27 september 2024 aangeboden aan de Tweede Kamer. Daaruit blijkt onder andere dat geweld binnen de huiselijke kring nog veel voorkomt. De adviezen worden meegenomen in de opvolging van het Bestuursakkoord aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2021-2024 BES. Om tot dit akkoord te komen wordt momenteel een toekomstvisie opgesteld voor de aanpak van huiselijk geweld, kindermishandeling en geweld tegen vrouwen. Naar verwachting wordt de toekomstvisie in het najaar van 2025 vastgesteld.

Voorlichting

Jaarlijks vindt op de BES-eilanden een campagne over positief opvoeden plaats. In 2024 was het thema Raising our Future en werden 28.000 mensen bereikt.

Laatste ontwikkelingen

Kamervragen

Op 25 maart zijn schriftelijke vragen gesteld over de uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen en het falen van GI’s.

Inspectierapport ‘Justitiële aanpak van relationeel geweld in Caribisch
Nederland’

Op 28 maart 2025 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de beleidsreactie op het inspectierapport ‘Justitiële aanpak van relationeel geweld in Caribisch Nederland’. Het kabinet bereidt momenteel voor Caribisch Nederland de aanvaarding van het Verdrag van Istanbul en het Verdrag van Lanzarote voor. Ook wordt gewerkt aan een nieuw interdepartementaal bestuursakkoord inzake de aanpak van geweld tegen vrouwen, huiselijk geweld en kindermishandeling, gericht op implementatie van deze verdragen, dat naar verwachting eind 2025 af is. Daarin wordt ook seksueel geweld meegenomen.

Toekomstscenario

Op 16 april 2025 maakte het Landelijk Netwerk Veilig Thuis (LNVT) bekend een stap terug te zetten uit het landelijk programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Op 13 juni 2025 werd de zesde Voortgangsrapportage gepubliceerd. Op 17 juni 2025 heeft Jeugdzorg Nederland – ten behoeve van het Tweede Kamerdebat op 19 juni. Dit debat is verplaatst naar september 2025. over gezinsbescherming – het manifest ‘Betere bescherming van kinderen en gezinnen vraagt om een fundamentele veranderinggepubliceerd,waarin zij oproepen te stoppen met de huidige ontwikkelrichting en stellen dat de huidige richting niet gebaseerd is op het IVRK.

Wetsvoorstel Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg

Op 15 april 2025 is het wetsvoorstel Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg aangenomen in de Tweede Kamer.

Voorjaarsnota

In de Voorjaarsnota 2025 is geen geld gereserveerd voor het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Op de korte termijn zijn tijdelijk extra middelen toegekend voor de Hervormingsagenda Jeugd. De opdrachtgevers van het toekomstscenario houden de koers richting het toekomstscenario vast en gaan na hoe de noodzakelijke transitie kan worden vormgegeven.

Wet seksuele misdrijven

Op 13 mei 2025 is het onderzoeksrapport ‘Wet seksuele misdrijven: voorbereiding evaluatie en nulmeting’ aan de Tweede Kamer aangeboden.

Moties

Op 28 mei is een motie ingediend over nummer 116 effectief inzetten als nationale hulplijn voor slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties en een motie over het aanstellen van een regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Schriftelijke vragen

Op 28 mei zijn schriftelijke vragen beantwoord over de zichtbaarheid van huiselijk geweld in het familierecht.

Kamerbrieven

Op 13 juni 2025 is de Tweede Kamer met een kamerbrief geïnformeerd over de voortgang beleid jeugdzorg. Op 17 juni 2025 is de Tweede Kamer met een kamerbrief geïnformeerd over de voortgang verbetermaatregelen na de gebeurtenissen in het pleeggezin in Vlaardingen. O.a. het systeem van melden wordt in kaart gebracht.

“Het is zorgelijk dat we nog altijd onvoldoende zicht hebben op de kinderen om wie het daadwerkelijk gaat. Zonder betrouwbare, landelijke cijfers over de prevalentie van kindermishandeling en de effectiviteit van hulpverlening, ontbreekt een stevig fundament voor sturing en beleid.” Aan het woord is Ditte van Haalen, expert op gebied van geweld tegen kinderen.

Volgens artikel 19 van het kinderrechtenverdrag hebben kinderen recht op bescherming tegen geweld, mishandeling en verwaarlozing. De overheid hoort te zorgen voor doeltreffende procedures om geweld, mishandeling en verwaarlozing te voorkomen, op te sporen, te melden én te onderzoeken.

“In Nederland zijn de procedures waar artikel 19 op doelt, niet op orde. Het aantal meldingen bij Veilig Thuis toont slechts een deel van de werkelijkheid, dat zijn alleen de gevallen van geweld die zijn gesignaleerd én gemeld. Over de groep kinderen die níet in beeld komt, weten we nauwelijks iets. Tegelijkertijd zien we dat het wantrouwen richting Veilig Thuis groeit, niet alleen bij ouders maar ook bij professionals. Zij hebben het beeld dat melden onvoldoende oplevert. Door lange wachttijden en doordat meldingen vaak worden teruggelegd bij lokale teams zonder (zichtbare) opvolging.

Daarnaast zien we dat de hulpverlening stagneert, onder andere door wachtlijsten en capaciteitstekorten in de hele keten van jeugdhulp en jeugdbescherming. Ondanks duidelijke signalen die binnenkomen – zoals bij het meisje uit Vlaardingen – en berichten over de lange wachtlijsten, laat de praktijk nog te weinig verbeteringen zien en wordt er nog te weinig echt naar kinderen geluisterd en kindgericht gewerkt. En waar preventie eerder nadrukkelijk op de agenda stond, is die aandacht de laatste jaren versnipperd geraakt en minder zichtbaar.”

Tijdig de juiste hulp inzetten

“Zonder tijdige en passende hulp blijven veel kinderen in onveilige situaties, met risico op schade op de korte én lange termijn. Wanneer we tijdig de juiste hulp inzetten, kan dit veel succes hebben en grotere problemen voorkomen. We weten dat in gezinnen die gespecialiseerde hulp ontvangen, het geweld afneemt.”

Uitdaging: de aandacht vasthouden

“Of er dingen zijn die me hoopvol stemmen? Zeker wel. Er komt gelukkig steeds meer aandacht voor traumasensitief werken, zowel in het onderwijs als in de zorg, al is het belangrijk dat dit breed wordt gestimuleerd door de overheid. Ook zijn er regionale initiatieven waarin hulp bij huiselijk geweld en kindermishandeling integraal wordt aangeboden — bijvoorbeeld volgens het Barnahus-model of via centra waarin verschillende expertises samenkomen. Deze initiatieven zijn veelbelovend, mits goed geborgd en landelijk toegankelijk. Ten slotte groeit de aandacht voor online (seksueel) geweld tegen kinderen. De uitdaging ligt nu in het vasthouden van deze aandacht én het omzetten ervan in concrete acties.”

Oproep

“Een effectieve aanpak vraagt om samenwerking tussen alle betrokken partijen rondom gezinnen — zorg, onderwijs, veiligheid, jeugd en gemeenten. Deze samenwerking moet ook zichtbaar zijn op landelijk niveau: ministeries moeten samen optrekken in één domein overstijgend plan, met concrete doelen, middelen en verantwoordelijkheden – waar concreet vervolg aan wordt gegeven.”

Investeer in kinderen. Structureel, gezamenlijk en met urgentie. Zet het belang van kinderen op de eerste plaats – zij zijn de toekomst.”

OVER DE EXPERT

Ditte van Haalen werkt als inhoudsdeskundige bij Augeo Foundation en gaf ons haar mening over de stand van zaken en ontwikkelingen in Nederland binnen het thema geweld tegen kinderen.

X

Download hier Kinderrechten in Beweging