Jeugdhulp en jeugdbescherming

Totaal aantal kinderen met jeugdhulp

402.125

2020

468.615

2024

Jeugdhulp en jeugdbescherming

Zo staat het ervoor

Wat is er in Nederland gebeurd op het gebied van jeugdhulp en jeugdbescherming in het derde jaar na de laatste aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité?

Kinderen in kwetsbare situaties blijven sterk afhankelijk van een jeugdhulpstelsel dat al lange tijd onder druk staat. Ondanks jaren van discussie over hervormingen, capaciteitsproblemen, wachtlijsten en stijgende zorgkosten, blijft structurele verbetering vooralsnog uit.

Uit de cijfers over 2024 blijkt dat het aantal jongeren in residentiële jeugdhulp grotendeels stabiel is gebleven. Tegelijkertijd is het aantal jongeren dat pleegzorg ontvangt licht gedaald, terwijl het aantal kinderen op de wachtlijst juist met 5% is toegenomen. Het aantal spoeduithuisplaatsingen daalde licht.

Er zijn wel veel blinde vlekken in de beschikbare gegevens. Zo bestaat er geen centrale registratie van gezinshuizen of van het aantal doorverhuizingen van kinderen binnen de residentiële jeugdhulp. Informatie over wachttijden voor geïndiceerde jeugdhulp en het aantal kinderen dat wacht op behandeling in een gesloten instelling ontbreekt eveneens.

Op de BES-eilanden (Bonaire, Saba en Sint-Eustatius) zijn er stappen gezet om de kwaliteit van de jeugdzorg te verbeteren en beter te monitoren, al blijft de aanpak daar gefragmenteerd.

FOCUS

Makkelijk toegang kunnen krijgen tot hulp zonder er heel lang op te moeten wachten.

Definitie

Wat verstaan we onder jeugdhulp en jeugdbescherming?

Definitie jeugdhulp (artikel 1.1 van de Jeugdwet):

  • Ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen;
  • Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt;
  • Het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt.

Definitie jeugdbescherming:

  • Een maatregel die de rechter dwingend oplegt wanneer een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan ‘onder toezicht gesteld’ of ‘onder voogdij geplaatst’

Kengetallen

Totaal aantal kinderen met jeugdhulp 2024

In 2024 kregen 468,6 duizend jongeren jeugdhulp in natura. Het CBS heeft dit getal naar 469 duizend jongeren afgerond. In 2023 waren dit er 476 duizend.

Van alle 4,4 miljoen jongeren in de leeftijd tot en met 22 jaar kreeg 10,6% jeugdhulp in 2024. Als de groep van 18- tot en met 22-jarigen buiten beschouwing gelaten wordt, ontving 13,7% van alle jongeren jeugdhulp in deze periode.

De meeste jongeren met jeugdhulp, 91,2%, kregen jeugdhulp zonder verblijf. Dat wil zeggen dat zij niet op de locatie van de jeugdhulpaanbieder overnachtten.

Figuur 1. Totaal aan kinderen met jeugdhulp

Bron: Jeugdbescherming en jeugdreclassering 2024

Jeugdhulp met verblijf

In 2024 kregen 17 duizend jongeren jeugdhulp met verblijf. Daarnaast ontvingen 24 duizend jongeren jeugdhulp zowel zonder als met verblijf.  In totaal kregen daarmee ruim 41 duizend jongeren jeugdhulp met verblijf. Dat is 9% van alle jongeren met jeugdhulp. Hiervan waren 19.918 duizend jongeren in een pleeggezin opgenomen. Bijna 7 duizend jongeren kregen gezinsgerichte opvang en 1.040 jongeren hadden een gesloten plaatsing. Het aantal jongeren met een gesloten plaatsing is opnieuw gedaald, net als de afgelopen jaren. Bijna 19 duizend jongeren kregen een andere vorm van jeugdhulp met verblijf. Zij verbleven in een accommodatie van de jeugdhulpaanbieder, veelal in een leef- of behandelgroep met andere jongeren.

Kinderen met OTS

Op 31 december 2024 waren er meer dan 26 duizend lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In meer dan twee derde van de gevallen betrof het een ondertoezichtstelling. Bij 31% van alle maatregelen ging het om een voogdijmaatregel, al dan niet voorlopig of tijdelijk. Ongeveer 0,8% van alle jongeren tot en met 17 jaar ontving op 31 december 2024 jeugdbescherming.

Op 31 december 2024 stonden 17.690 jongeren onder toezicht. Dit zijn er minder dan op 31 december 2023; toen ging het om 18.240 jongeren. Nadat het aantal jongeren met ondertoezichtstelling is gestegen in de periode 2016 tot en met 2020, is sinds 2021 sprake van een daling. In 2024 zette deze daling door. Het gaat hier uitsluitend om de reguliere ondertoezichtstellingen. De voorlopige ondertoezichtstellingen zijn buiten beschouwing gelaten.

Figuur 2. Jeugdhulp en -bescherming

Bron: Jeugdbescherming en jeugdreclassering 2024

Aanbevelingen VN-Kinderrechtencomité

Aanbeveling 24a. Verbied dat kinderen uit hun gezinssituatie worden weggehaald en geplaatst in alternatieve zorg slechts op basis van de economische situatie van het betreffende gezin, waaronder ook het verblijf van ouders in de daklozenopvang, en zorg ervoor dat kinderen die in zo’n opvang verblijven brede ondersteuning krijgen.

Aanbeveling 25a. Zorg voor verdere verbetering van het pleegzorgsysteem en de gezinsvervangende huizen om zo het institutionaliseren van kinderen, met name jonge kinderen, af te bouwen en geef gezinnen voldoende financiële middelen om de zorg binnen het gezin te stimuleren en te ondersteunen.

Aanbeveling 25c. Onderneem meer gerichte actie om het aantal nooduithuisplaatsingen te verminderen.

Aanbeveling 25d. Voorkom het veelvuldig doorplaatsen van kinderen in alternatieve zorginstellingen en monitor de kwaliteit van zorg in deze instellingen, waaronder een betere bereikbaarheid van de landelijke Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en vertrouwenspersonen.

Aanbeveling 25g. Zorg voor regelmatige monitoring en evaluaties van de kwaliteit van zorg in alternatieve zorginstellingen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

Aanbeveling 25i. Implementeer de aanbevelingen van de evaluatie uitgevoerd in 2018 van de Jeugdwet, inclusief die inzake hulp aan kinderen in kwetsbare situaties en de toewijzing van financiële middelen aan kinderen die uit hun gezinssituatie zijn weggehaald.

Cijfermatige ontwikkelingen

Aanbeveling 24a. Uithuisplaatsingen op basis van economische situatie van gezin

Kinderen mogen niet vanwege economische redenen uit huis geplaatst worden. In 2024 hadden 8.975 jongeren een door de rechter opgelegde machtiging uithuisplaatsing. Het is niet bekend of hierbij ook economische redenen een rol speelden. Daar bestaan geen data van. De cijfers van het CBS maken namelijk geen onderscheid in de redenen voor de uithuisplaatsingen.

Voor 3.760 jongeren werd in 2024 een nieuwe machtiging uithuisplaatsing uitgesproken. Van 4.165 jongeren liep de opgelegde machtiging uithuisplaatsing af, op 31 december 2024 liep er bij hen geen machtiging uithuisplaatsing meer.

Aanbeveling 25a. Aantal kinderen in residentiële jeugdhulp, pleegzorg en gezinshuizen

Figuur 3. Aantal jongeren in residentiële jeugdhulp

Bron: CBS, Jeugdhulp 2024

Figuur 3 laat zien dat het totaal aantal jongeren in de niet-gesloten residentiële jeugdhulp tussen 2020 en 2024 grotendeels stabiel is gebleven. In 2024 zaten er 18.610 jongeren in de niet-gesloten residentiële jeugdhulp.

In 2024 waren er 653 plaatsingen in de gesloten setting van JeugdzorgPlus.

Figuur 4. Aantal kinderen dat op pleegzorg wacht

Bron: Factsheet pleegzorg (2020–2024)

In 2024 hebben 19.918 jeugdigen voor korte of langere tijd bij pleegouders gewoond. Het aantal kinderen dat pleegzorg kreeg, daalde dan ook in 2024 met 2,4%. Dat is een afname van 487 kinderen in vergelijking met 2023.

Op 31 december 2024 wachtten 881 jeugdigen op pleegzorg, dat aantal is 5% meer in vergelijking met 2023.

Figuur 5. Gezinsgericht verblijf

Bron: CBS, Jeugdhulp 2024

In 2024 verbleven 6.695 kinderen in gezinsgericht verblijf, zoals een gezinshuis of zorgboerderij. Dat is 16% van alle jeugdhulp met verblijf. Figuur 5 laat zien dat het aantal kinderen in gezinsgericht verblijf tussen 2020 en 2024 grotendeels stabiel is gebleven.

Aanbeveling 25c. Aantal spoeduithuisplaatsingen

Figuur 6. Aantal spoeduithuisplaatsingen

Bron: Ministeriële informatie via uitvraag Kinderrechtencollectief 2021 en
CBS, Jeugdbescherming en jeugdreclassering 2024

Figuur 6 laat zien dat het aantal spoeduithuisplaatsingen van kinderen over de afgelopen 5 jaar licht daalt. Er zijn geen cijfers beschikbaar over 2021. In 2024 was er voor 1.490 jongeren sprake van een voorlopige ondertoezichtstelling en een spoedmachtiging uithuisplaatsing. Dat is wederom een lichte daling ten opzichte van 2023.

Aanbeveling 25d. Aantal doorverhuizingen van kinderen binnen de residentiële jeugdhulp

Landelijke cijfers over het aantal doorverhuizingen binnen de residentiële jeugdhulp ontbreken. Bron: ministeriële informatie via uitvraag Kinderrechtencollectief 2024/25.

Aanbeveling 25g. Cijfers zorginstellingen op de BES-eilanden

De wachttijd bij de zorginstellingen op de BES-eilanden varieert momenteel van 6 weken tot 6 maanden, afhankelijk van de aard en urgentie van de hulpvraag. Bij plaatsing op de wachtlijst wordt gekeken naar risicofactoren. Zaken met verhoogd risico en situaties waarin sprake is van een kindermaatregel krijgen voorrang. Deze dossiers worden met prioriteit behandeld. Gedurende de wachttijd blijft er altijd een jeugdzorgprofessional betrokken bij het gezin. Ook is er regelmatig contact om de situatie te monitoren en om indien nodig snel in te grijpen. Bron: ministeriële informatie via uitvraag Kinderrechtencollectief 2024/25.

Aanbeveling 25i. Implementeer aanbevelingen evaluatie Jeugdwet

Monitor wachttijd gecertificeerde instellingen

In 2025 blijven de wachttijden bij gecertificeerde instellingen (GI’s) in de jeugdbescherming een punt van zorg. Volgens een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid wachten ongeveer 1.500 kwetsbare jongeren te lang op een vaste jeugdbeschermer, jeugdreclasseerder en passende hulp. Deze jongeren hebben een jeugdbeschermingsmaatregel opgelegd gekregen om hun veiligheid te waarborgen.

Wachttijd voor geïndiceerde jeugdhulp

Over de gemiddelde wachttijd voor geïndiceerde jeugdhulp zijn geen cijfers beschikbaar. Er zijn evenmin cijfers beschikbaar over het aantal kinderen dat in de gesloten jeugdhulp (JeugdzorgPlus) op een behandeling wacht en hoe lang zij moeten wachten. Bron: ministeriële informatie via uitvraag Kinderrechtencollectief 2024/25.

Gesloten jeugdhulp

De capaciteit van de gesloten jeugdhulp op 30 juni 2024 is ten opzichte van de vorige peiling licht afgenomen. In het eerste halfjaar van 2024 waren er 564 plaatsen in de JeugdzorgPlus. Vergeleken met het eerste halfjaar van 2023 is dit gedaald van 609 naar 564 plaatsen.

Beleidsbeschrijving

Aanbeveling 24a. Totaal aantal uithuisplaatsingen uitgesplitst naar economische versus niet- economische redenen

Voortgangsbrief uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslagaffaire

Op 12 juni 2024 stuurde de minister voor Rechtsbescherming een brief naar de Tweede Kamer over de voortgang van de ondersteuning bij uithuisplaatsingen in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire.

In het regeerakkoord van 13 september 2024 gaf het kabinet aan zich in deze kabinetsperiode in te willen zetten om alle gedupeerden van de toeslagenaffaire – zowel ouders als jongeren – te helpen hun leven weer op de rit te krijgen. Regeerprogramma 2024, p. 92. Het kabinet streeft ernaar dat alle gedupeerden in 2025 hun integrale beoordeling hebben afgerond. Dit betekent dat alle onterecht ingevorderde bedragen met rente zijn terugbetaald, ouders een financiële compensatie hebben ontvangen voor emotionele schade, en alle schulden zijn aangepakt. Verwacht wordt dat alle ouders die recht hebben op compensatie voor aanvullende schade deze uiterlijk eind 2027 ontvangen. Regeerprogramma 2024, p. 92.

Op 28 januari 2025 werd het reflectierapport Breder kijken dan het kind’ van de Raad voor de Kinderbescherming gepubliceerd. In dit rapport reflecteert de Raad voor de Kinderbescherming op zijn rol bij uithuisplaatsingen van kinderen van gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire. Dit reflectieonderzoek concludeert dat in alle onderzochte gezinnen sprake was van een vorm van huiselijk geweld, fysieke kindermishandeling of emotionele verwaarlozing/mishandeling. Volgens de Raad voor de Kinderbescherming was de financiële situatie van een gezin in geen enkel geval de enige reden voor een verzoek tot uithuisplaatsing. Intern reflectieonderzoek: Breder kijken dan het kind, 28 januari 2025, p. 2.

Daarnaast geeft de Dienst Toeslagen om de paar maanden een update over de hersteloperatie toeslagen aan de Tweede Kamer. De laatste rapportage, de 19e voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen betreffende de periode van september tot december 2024, werd op 21 februari 2025 gepubliceerd. Parallel aan het verschijnen van deze voortgangsrapportage verscheen op 23 januari 2025 het adviesrapport ‘Minder beloven meer doen’ van de Commissie-Van Dam. Hierin staan aanbevelingen bij een aantal ernstige knelpunten, zoals de achterstanden in de bezwaarafhandeling, het verstrekken van dossiers, de verschillende aanvullende schadeherstelroutes en de brede ondersteuning door gemeenten.

Op 21 februari 2025 stuurden Nationale ombudsman Reinier van Zutphen, oud-regeringscommissaris Michiel Scheltema en coördinerend voorzitter van de Bezwaarschriftenadviescommissie (BAC) Erik Visser, een notitie met verbetervoorstellen naar staatssecretaris Palmen (Herstel en Toeslagen) en de vaste Tweede Kamercommissie voor Financiën.

Op 24 februari 2025 werd bekendgemaakt dat de aanmeldtermijn voor het indienen van een aanvraag voor aanvullende schade is verlengd tot en met 1 juli 2025. Deze verlenging geldt voor alle erkend gedupeerden die een definitieve beschikking van hun integrale beoordeling hebben ontvangen. De eerdere deadline van 31 maart 2025 is hiermee komen te vervallen. Dit geeft ouders meer tijd om hun aanvraag in te dienen en de voor hen meest geschikte schaderoute te kiezen.

De staatssecretaris Toeslagen en Herstel informeerde de Tweede Kamer op 14 maart 2025 over de maatregelen die het kabinet gaat nemen naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie-Van Dam over de toeslagenaffaire. Het kabinet wil zich inzetten om de hersteloperatie te verbeteren aan de hand van de punten in het advies van de commissie.

Op 26 maart 2025 deelt de staatssecretaris van Toeslagen en Herstel haar reactie op de adviesnotitie van Van Zutphen, Visser en Scheltema. In de reactie stelt de staatssecretaris dat veel punten overeenkomen met de aanbevelingen van de Commissie-Van Dam. Hierdoor sluiten de aanbevelingen aan bij de maatregelen die het kabinet wil nemen.

Het rapport ‘Erfenis van onrecht’, gepubliceerd op 27 maart 2025, laat zien hoe ouders in de toeslagenaffaire onterecht in financiële problemen kwamen, wat in sommige gevallen leidde tot uithuisplaatsing van hun kinderen. De Commissie Toeslagen en Uithuisplaatsingen concludeert dat hulp te laat of onvoldoende werd geboden, waardoor gezinnen uit elkaar vielen. Ook bleek dat ouders vaak slecht werden beschermd in juridische procedures en dat de samenwerking tussen instanties gebrekkig was. De commissie pleit voor betere en snellere ondersteuning van gezinnen, meer transparantie in besluiten, sterkere rechtsbescherming, betere samenwerking tussen betrokken organisaties, en een onafhankelijke monitoring om herhaling te voorkomen. Het rapport roept op tot een menselijker en eerlijker systeem, waarin het gezin centraal staat.

Kindregeling

De afhandeling van de kindregeling loopt door in 2025. Volgens de vastgestelde planning voor 2024/2025 konden kinderen zich tot en met 31 december 2024 aanmelden voor de kindregeling. Bijna alle gedupeerde kinderen en jongeren die nu bekend zijn, hebben een brief gehad over de kindregeling.

Dossier onderzoek naar aanleiding van kinderopvangtoeslagenaffaire

De Rechtspraak is een onderzoek gestart naar de uithuisplaatsing van kinderen van gedupeerden door de toeslagenaffaire. Het doel is inzicht te krijgen in de rol van financiële problematiek, veroorzaakt door de toeslagenaffaire, bij de besluiten van kinderrechters om kinderen uit huis te plaatsen. Begin 2024 ontving de Rechtspraak een lijst van uithuisgeplaatste kinderen van ouders die gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire, waarna het onderzoek werd gestart. Het onderzoeksrapport ‘De weging van schulden bij uithuisplaatsingen’ is in maart 2025 gepubliceerd. Uit het onderzoek blijkt dat in geen van de onderzochte uitspraken een kind uitsluitend vanwege financiële problemen uit huis is geplaatst. Hoewel schulden in de meeste dossiers voorkwamen, speelden andere gezinsproblemen een bepalendere rol bij de beslissing tot uithuisplaatsing.

Eigen bijdrage jeugdhulp

Het kabinet is voornemens om per 1 januari 2028 een beperkte eigen bijdrage in te voeren voor bepaalde vormen van jeugdzorg. Deze maatregel maakt deel uit van de Hervormingsagenda Jeugd 2023–2028 en heeft als doel om de jeugdzorg toekomstbestendig te maken door de stijgende kosten te beheersen en de zorg beschikbaar te houden voor degenen die deze het meest nodig hebben. De invoering van de eigen bijdrage moet jaarlijks €260 miljoen opleveren.

Aanbeveling 25a. Verbetering van het pleegzorgsysteem en de gezinsvervangende huizen om zo het institutionaliseren van kinderen af te bouwen

Pleegzorg

Pleegouders kunnen een vergoeding krijgen voor de kosten van de verzorging en opvoeding van een pleegkind. De vergoeding voor pleegkinderen is in 2025 met 3,7% omhoog gegaan. Dit geldt ook op de BES-eilanden.

Pleegzorg onder de loep

Op 27 mei 2024 werden twee mensen uit Vlaardingen aangehouden op verdenking van poging tot doodslag en zware mishandeling van hun 10-jarige pleegdochter. Op 30 januari 2025 publiceerden de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid twee rapporten over de casus. Zij concluderen dat zowel de pleegzorgorganisatie als de gecertificeerde instelling onvoldoende actie hebben ondernomen na ernstige zorgsignalen. Er is onvoldoende met het meisje zelf gesproken en er is niet genoeg naar haar geluisterd.

Op 3 maart 2025 vond een hoorzitting plaats over het onderzoek naar de pleegzorg in deze zaak. Twee dagen later, op 5 maart 2025, volgde een debat over het onderzoek, met de staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Jeugd, Preventie en Sport en Langdurige en Maatschappelijke Zorg), en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Naar aanleiding van dit onderzoek werden drie moties ingediend, die op 11 maart 2025 met een grote meerderheid werden aangenomen.

Aanbeveling 25c. Meer actie om spoeduithuisplaatsingen te verminderen

Kosteloze rechtsbijstand bij (spoed)uithuisplaatsing

Vanaf 1 januari 2023 kunnen ouders in het kader van de pilot kosteloze rechtsbijstand kinderbescherming kosteloos worden bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat in procedures rondom gezagsbeëindiging. Per 1 oktober 2023 is de pilot uitgebreid om ook kosteloze rechtsbijstand te bieden aan ouders die geconfronteerd worden met een eerste verzoek tot (spoed)uithuisplaatsing. De looptijd van de pilot is begin 2024 met zes maanden verlengd tot 1 januari 2025. Op 15 oktober 2024 publiceerde Pro Facto een evaluatie van de pilot, uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC).

Uit het onderzoek blijkt dat de rechtsbijstand voor ouders van grote meerwaarde is in procedures rondom uithuisplaatsing en gezagsbeëindiging. Het zorgt voor een meer gelijkwaardige positie tussen de procespartijen (equality of arms), waardoor ouders effectiever kunnen deelnemen aan de gerechtelijke procedure en het draagt bij aan de rechtsbescherming van kinderen en hun ouders.

Wetsvoorstel ter versterking van de rechtsbescherming in de jeugdbescherming

Op 18 november 2024 informeerde de staatssecretaris van Rechtsbescherming de Tweede Kamer over de contouren van het wetsvoorstel versterking rechtsbescherming in de jeugdbescherming. Het voorstel richt zich op het voorkomen van machtigingen tot uithuisplaatsing, het bevorderen van terug naar huis gaan na uithuisplaatsing, toezicht en rechtsbescherming voor kinderen die niet thuis opgroeien en hun ouders, en het versterken van de procedurele rechtsvaardigheid. Dit laatste houdt in dat het wetsvoorstel de kosteloze rechtsbijstand in procedures rondom uithuisplaatsing en gezagsbeëindiging wettelijk wil verankeren. Dit wetsvoorstel was open voor internetconsultatie tot 19 maart 2025.

Onderzoek naar terugplaatsing na gedwongen uithuisplaatsing

In januari 2023 werd de Richtlijn Uithuisplaatsing en Terugplaatsing gepubliceerd, die in de zomer van 2023 werd geëvalueerd.

In 2025 is er een onderzoek gepubliceerd van Universiteit Leiden ‘Terugplaatsing na gedwongen uithuisplaatsing’. Het onderzoek toont aan dat ongeveer vier van de tien kinderen na uithuisplaatsing terug naar huis gaan, maar van de teruggeplaatste kinderen wordt één op de vier opnieuw uit huis geplaatst. Om het proces van terugplaatsing te verbeteren, is volgens de onderzoekers meer gerichte hulp voor ouders nodig, zowel tijdens als na de uithuisplaatsing. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC).

Aanbeveling 25d. Aantal doorverhuizing van kinderen binnen de residentiële jeugdhulp

Publicatie Het Vergeten Kind

Begin 2025 publiceerde Het Vergeten Kind een onderzoek over de doorplaatsing van kinderen binnen de jeugdzorg ‘Van cijfer naar stem: Ervaringen van jongeren rondom doorplaatsingen in jeugdzorg’. Het rapport laat zien dat jongeren in de jeugdzorg vaak meerdere keren worden doorgeplaatst, zonder dat ze daar zelf inspraak in hebben. Jongeren voelen zich niet gehoord en krijgen onvoldoende steun. In het rapport wordt gepleit voor het verplaatsen van hulp in plaats van het kind, meer betrokkenheid van jongeren bij beslissingen en betere en respectvolle begeleiding.

Geen vermindering in wacht- en doorstroomlijsten

In een nieuwsbericht van 22 april 2024 stelde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd dat er geen vermindering zichtbaar is in de wacht- en doorstroomlijsten van de jeugdbescherming. In de ‘Signalen Jeugdbeschermingsketen 2023 en 2024’, gepubliceerd op 26 april 2024, stelt de inspectie dat de wacht- en doorstroomlijsten binnen de jeugdbescherming nog niet zijn opgelost.

Verbetering beschikbaarheid vertrouwenspersonen

Jeugdstem heeft in 2024 drie gerichte digitale campagnes gevoerd: een campagne gericht op pleegkinderen en pleegouders, een campagne voor ouders van jeugdigen in de jeugdzorg en een campagne gericht op jongeren met aandacht voor de problematiek rondom de 18- en 18+ -leeftijdsgrens in de jeugdzorg. Het doel van de campagnes was het informeren van de doelgroepen en het stimuleren van contact met een vertrouwenspersoon. Ook heeft Jeugdstem de digitale pilot-app ‘De Groene Knop’ gestart, waarmee kinderen en jongeren snel en anoniem contact kunnen leggen met een vertrouwenspersoon. De pilot is bewust getest onder groepen die normaal moeilijk bereikbaar zijn, namelijk jongeren in pleeggezinnen, gezinshuizen en in gesloten jeugdhulpinstellingen, omdat je daar geen vaste bezoekmomenten van een vertrouwenspersoon hebt.

Aanbeveling 25g. Monitoring en evaluaties van zorginstellingen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius

Digitalisering van de zorg op de BES-eilanden

Op 29 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een beleidsreactie ingediend omtrent de digitalisering van de zorg op de BES-eilanden. De beleidsreactie is naar aanleiding van een onderzoek door de Rijksoverheid tot stand gekomen. Het onderzoek heeft een aantal technologische uitdagingen geschetst voor de zorgverleners op de eilanden, zoals beperkte toegang tot technologie en onvoldoende digitale infrastructuur. De rapporten benadrukken het belang van digitale middelen voor de verbetering van de zorg, maar erkennen dat er nog een lange weg te gaan is om de juiste digitale hulpmiddelen en -systemen effectief te implementeren.

Vrijheidsbeperkende maatregelen in de open residentiële jeugdhulp

Op 16 oktober 2024 heeft de staatssecretaris voor Jeugd, Preventie en Sport een uitgebreide reactie gegeven op het advies over vrijheidsbeperkende maatregelen in de open residentiële jeugdhulp. Uit de beleidsreactie volgt dat er, naast het verminderen van gesloten jeugdhulp, voldoende alternatieve zorgmogelijkheden moeten komen voor jongeren op de BES-eilanden. Er is meer inzet nodig op preventie, ambulante zorg en samenwerking tussen verschillende instanties die betrokken zijn bij de jeugdzorg.

Zorgpunten en aanbevelingen over jeugdhulp en jeugdbescherming

Op 20 november 2024 stuurde de afdeling Advisering van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming een brief waarin zorgen werden geuit over het huidige jeugdzorgbeleid van de centrale overheid. In deze brief werd aangegeven dat er zorgen zijn over het afnemen van de capaciteit voor gesloten jeugdzorg in Nederland en de effecten daarvan op de BES-eilanden. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming uitte bezorgdheid dat er op de BES-eilanden onvoldoende alternatieven zijn voor gesloten jeugdzorg, en dat er niet genoeg regie is vanuit de centrale overheid over jeugdbescherming. Er wordt aangeraden om meer aandacht te besteden aan het versterken van de basisvoorzieningen voor jeugdzorg en het bieden van alternatieven voor jeugdigen die intensieve zorg nodig hebben.

Inspectiebevindingen 2025 jeugdzorg Caribisch Nederland

Naar aanleiding van het inspectiebezoek van februari 2025 heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd geconstateerd dat bij Zorg en Jeugd Caribisch Nederland, afdeling Jeugdzorg (ZJCN), in 2024 sprake was van aanzienlijk personeelsverloop en nog steeds een tekort aan gekwalificeerd personeel. Dit leidde tot knelpunten in de continuïteit van de jeugdzorg. Hoewel ZJCN zich inzet om de kwaliteit van de pleegzorg te verbeteren blijft het gebrek aan praktijkervaring en personele capaciteit een risico voor de veiligheid en stabiliteit van zorg. Er zijn meerdere incidenten geregistreerd, waaronder seksueel grensoverschrijdend gedrag, waarbij met name bij externe partijen nog onvoldoende preventief wordt gehandeld. De samenwerking met ketenpartners verloopt structureel goed, maar wordt belemmerd door personeelstekort en juridische knelpunten. De inspectie concludeert dat ZJCN stappen zet richting verbetering, maar dat blijvende aandacht nodig is voor personele bezetting en het goed organiseren van kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Aanbeveling 25i. Implementeer aanbevelingen evaluatie Jeugdwet

Handreiking Zak- en Kleedgeld

De Handreiking Zak- en Kleedgeld uit 2023 verduidelijkt de afspraken rond zak- en kleedgeld voor jeugdigen die in residentiële jeugdhulp verblijven (met uitzondering van pleegzorg) op basis van de gewijzigde Jeugdwet per 1 januari 2024. In principe ligt de verantwoordelijkheid bij de ouders, vanwege hun wettelijke onderhoudsplicht. Als zij hier niet aan kunnen voldoen, nemen gemeenten die verantwoordelijkheid over. De jeugdhulpaanbieder zorgt dan voor de feitelijke verstrekking van het geld aan de jongere.

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg

Met dit wetsvoorstel wordt er opvolging gegeven aan één van de in de Hervormingsagenda Jeugd geformuleerde opgaven; het verbeteren van de beschikbaarheid van jeugdzorg voor de meest kwetsbare kinderen. Dit wetsvoorstel is ingediend op 25 april 2024. Op 13 maart 2025 heeft er een plenair debat plaatsgevonden over dit wetsvoorstel. Besloten is om de behandeling voort te zetten op een later moment.

Geactualiseerd draaiboek ‘Continuïteit Jeugdzorg’

Op 1 januari 2025 is het geactualiseerde draaiboek ‘Continuïteit Jeugdzorg’ ingegaan. Hierin staat beschreven welke stappen aanbieders en gemeenten nemen bij (dreigende) discontinuïteit van zorg en welke rol de Jeugdautoriteit hierin speelt. Het is een geactualiseerde versie van het oorspronkelijke draaiboek ‘Continuïteit Jeugdhulp’ uit
2021. Het draaiboek is onderdeel van het Convenant ‘Bevorderen continuïteit jeugdzorg’, dat is opgesteld in 2021.

Tussentijdse evaluatie van deskundigencommissie voor de Hervormingsagenda Jeugd

In maart 2024 startte de deskundigencommissie voor de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028. Het eerste advies van de commissie is een tussentijdse evaluatie van de uitvoering van de Hervormingsagenda en is op 30 januari 2025 gepubliceerd. Uit het eerste rapport ‘Groeipijn’ volgt dat de commissie er onvoldoende vertrouwen in heeft dat de huidige aanpak en voortgang van de Hervormingsagenda Jeugd en de financiële risicoverdeling die hierover is afgesproken tussen Rijk en gemeenten, tot de beoogde effecten zullen leiden. Volgens de commissie zal doorgaan op de huidige weg niet voldoende zijn om een goed werkend, beter beheersbaar en financieel houdbaar jeugdstelsel te realiseren.

Voortgangsrapportages Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming

Twee keer per jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van het programma ‘Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming’. Op 5 november 2024 werd de vijfde Voortgangsbrief Jeugd ingediend. In deze rapportage staat dat in 13 proeftuinen professionals van verschillende organisaties uit het zorg- en veiligheidsdomein zich actief inzetten om de veiligheid in de thuissituatie van gezinnen te verbeteren door een nieuwe manier van werken te beproeven en vorm te geven volgens de werkwijze van het Toekomstscenario. Sinds 1 januari 2023 zijn 1.268 gezinnen en/of huishoudens betrokken bij de proeftuinen. Per 30 juni 2024 is in totaal 109 keer een juridische maatregel genomen (8,6%), wat een lichte stijging is ten opzichte van de vorige meting op 31 december 2023.

Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp

1 januari 2024 trad de Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp in werking. Deze wet brengt met zich mee dat er scherpe eisen worden gesteld aan de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in de gesloten jeugdhulp, waarbij als uitgangspunt ‘nee, tenzij’ zal gelden. Kamerstukken II 2021/22, 35 942, nr. 3. Dit houdt in dat vrijheidsbeperking niet is toegestaan, tenzij dat noodzakelijk en proportioneel is. Ook zijn er voor bepaalde vrijheidsbeperkende maatregelen aanvullende regels gemaakt, zoals:

  • Het insluiten in een afzonderlijke ruimte mag alleen in geval van een noodsituatie, moet zo kort mogelijk en mag niet onder de 12 jaar. Stb. 2023, 182.
  • Er worden duidelijkere eisen gesteld aan de ruimte waarin kinderen tijdelijk alleen mogen verblijven en de manier waarop contact moet worden onderhouden tijdens het verblijf in die ruimte. Zie artikel 6.3.2.2 lid 2 t/m 7 Jw.
  • Het beslissen tot het toepassen van een voorgestelde vrijheidsbeperkende maatregel moet eerst worden besproken met de jeugdige, op een manier die de jeugdige begrijpt. Kamerstukken II 2022/23, 35 942, nr. 3.

Ook verplicht artikel 6.7.3 Jeugdwet de jeugdhulpaanbieders om beslissingen tot toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen te registreren en ieder half jaar aan de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd te rapporteren.

Rapport ‘Eenzaam gesloten’

Op 5 maart 2024 bracht Jason Bhugwandass een onderzoeksrapport uit over de ZIKOS-afdeling (Zeer Intensieve Kortdurende Observatie en Stabilisatie) in de gesloten jeugdzorg. Uit dit onderzoek werd duidelijk dat kinderen op deze afdeling te maken kregen met psychisch, fysiek en seksueel geweld. Het merendeel van de jongeren die deelnamen aan het onderzoek gaf aan zich niet veilig te voelen op de ZIKOS-afdeling.

ZIKOS-afdeling onder verscherpt toezicht

Na een onaangekondigde inspectie op 18 maart 2024 stelde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd de ZIKOS-afdelingen in Harreveld en Zetten onder verscherpt toezicht. De Inspectie concludeerde dat de veiligheid van een deel van de jongeren niet gewaarborgd werd en dat voor meerdere jongeren de geboden hulp onvoldoende was.

Eindrapport Af- en ombouw gesloten Jeugdhulp

Op 5 november 2024 uitte de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ernstige zorgen over de beschikbaarheid en kwaliteit van de hulp aan jongeren met complexe problematiek. Tijdens de af- en ombouw van JeugdzorgPlus constateerde de Inspectie dat jongeren met complexe problematiek geen passende hulp van voldoende kwaliteit kregen.

Afbouw gesloten jeugdhulpplekken

Naar aanleiding van diverse onderzoeken en ervaringsverhalen van jeugdigen in de gesloten jeugdhulp, heeft het kabinet in februari 2023 het Uitvoeringsplan af- en ombouwplan gesloten jeugdhulp gepresenteerd. Het plan zet in op twee doelen: alle instellingen moeten in 2025 kleinschalig werken en in 2030 moet het aantal gesloten plaatsingen zo dicht mogelijk bij nul liggen. Op 28 oktober 2024 uit de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd zorgen over de voortgang van de af- en ombouw van JeugdzorgPlus. De inspectie constateert dat de bestuurlijke afspraken en het aangekondigde af- en ombouwplan ontoereikend zijn om zowel tijdens als na de transformatie te voorzien in een (regionaal en landelijk dekkend) toereikend hulpaanbod van voldoende kwaliteit.

Rapport vervolgtoezicht JeugdzorgPlus

Op 13 januari 2025 stelde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd zes aanbieders van JeugdzorgPlus, met in totaal zeven locaties, onder verscherpt toezicht. In de periode van het verscherpt toezicht houdt de inspectie nauw contact met de instellingen, bijvoorbeeld in de vorm van (onverwachte) bezoeken. De overige aanbieders werden verzocht om voor een bepaalde datum een verbeterplan te maken.

Tegengaan van geweld in de jeugdzorg

In het jaarverslag 2024 van Jeugdstem blijkt uit onderzoek dat ruim een derde van de jongeren tussen de 12 en 21 jaar die met residentiële jeugdzorg te maken hebben, zich onveilig voelt. Oorzaken zijn onder andere langdurige afzondering, intimidatie, drugsgebruik op locaties en fysiek, psychisch of verbaal geweld. Jeugdstem heeft een campagne gestart om onveiligheid onder de aandacht te brengen en jongeren aan te moedigen onveiligheid te melden. Daarnaast loopt er een project in 20 jeugdzorginstellingen om het doen van aangifte van geweld gemakkelijker te maken. Dit initiatief is een reactie op de conclusies van de Commissie-De Winter en wordt uitgevoerd in samenwerking met instellingen.

Laatste ontwikkelingen

Evaluatie Campagnes Jeugdstem (1 mei 2025)

In het Jaarverslag 2024 van Jeugdstem is terug te lezen welk effect de campagnes voor (pleeg)ouders hebben gehad. Deze campagnes hadden tot doel om (pleeg)ouders te laten weten dat Jeugdstem er ook voor hen is. Via sociale media en een speciale pagina op hun website zijn meer (pleeg)ouders in contact gekomen met Jeugdstem.

Kabinetsreactie op onder andere het rapport ‘Erfenis van onrecht’ en de reflectie van de Raad voor de Kinderbescherming ‘Breder kijken dan het kind’ (18 juni 2025)

In de beslisnota erkent het kabinet dat gedupeerde kinderen door de toeslagenaffaire vaak extra getroffen zijn door een opeenstapeling van overheidsingrepen. Ook komt het kabinet met concrete herstelmaatregelen voor extra ondersteuning van getroffen jongeren. Daarnaast werkt het kabinet aan structurele verbeteringen in de jeugdbescherming.

Voortgangsrapportage nr. 20 van de Dienst Toeslagen (4 juli 2025)

De Dienst Toeslagen heeft een nieuwe Voortgangsrapportage Herstel Toeslagen gepubliceerd over de voortgang en de relevante ontwikkelingen van de hersteloperatie in de periode van januari tot en met april 2025. De staatssecretaris van Toeslagen en Herstel bracht de Kamer op de hoogte van de opvolging van de aanbevelingen van commissie-Van Dam in een aparte aanbiedingsbrief.

Nieuwe voorzitter Jeugdzorg Nederland (14 juli 2025)

Op 18 maart 2025 liet Jeugdzorg Nederland weten dat zij op zoek zijn naar een opvolger van hun voorzitter Ronnie van Diemen. Op 14 juli 2025 werd bekend dat Ahmed Aboutaleb de nieuwe voorzitter van Jeugdzorg Nederland zal worden.

“Er krijgen nog te veel kinderen jeugdhulp in het gedwongen kader, terwijl er meer preventieve hulp zou moeten zijn”, vindt Ayça Tokat-Özdemir, expert op het thema Jeugdhulp en Jeugdbescherming. “De overheid moet passende hulp en bijstand bieden aan ouders bij het opvoeden als dat nodig is. Maar in plaats van gezinnen in moeilijke situaties op tijd te ondersteunen, wordt er in de praktijk pas ingegrepen als er iets fout gaat. Deze aanpak kan heftige ervaringen opleveren bij kinderen.”

Volgens artikel 5 en 18 van het Kinderrechtenverdrag hebben kinderen het recht om opgevoed te worden door hun ouders.

“Heel veel data zijn niet bekend. Er bestaat bijvoorbeeld geen centrale registratie van gezinshuizen of van het aantal doorverhuizingen van kinderen binnen de residentiële jeugdhulp. Informatie over wachttijden voor geïndiceerde jeugdhulp en het aantal kinderen dat wacht op behandeling in een gesloten instelling ontbreekt.

Dit gebrek aan overzicht is niet zonder gevaar voor kinderen. Sommige kinderen lopen het risico niet de juiste zorg te krijgen, of dat de zorg die ze krijgen niet veilig genoeg is. Ook bestaat de kans dat kinderen te vaak – en soms ook onnodig – uit huis worden geplaatst. Of dat er onvoldoende wordt gewerkt aan terugplaatsing en de kinderrechten niet worden nageleefd.”

Preventieve hulp bieden en dwang voorkomen

“Daarom is het belangrijk dat er aan oplossingen wordt gewerkt. Er moet niet alleen meer zicht komen op cijfers,  maar ook op de bestaande problematiek rondom jeugdhulp en jeugdbescherming. Er bestaan veel praktische problemen die aangepakt moeten worden. Dan denk ik aan de wachtlijsten voor jeugdhulp, wachtlijsten voor pleeggezinnen, onvoldoende jeugdbeschermers etc. De overheid en gemeenten moeten investeren in preventieve hulp, zodat gezinnen niet onnodig in het gedwongen kader komen.

Gelukkig worden er voorzichtige stappen in de goede richting gezet. De Tweede Kamer wil dat er een staatscommissie komt die grondig gaat onderzoeken hoe het is gesteld met uithuisplaatsingen van kinderen vanwege problemen in gezinnen. De commissie moet zich daarbij onder meer richten op de praktijk van drang en dwang die vanuit de overheid wordt toegepast in de jeugdzorg. Ook de rol van scholen, rechtbanken, familie en de omgeving daarin moet kritisch worden onderzocht.”

Oproep

“Het is belangrijk om te luisteren naar kinderen en het systeem zo in te richten dat zij daar het meest baat bij hebben. Want elk kind heeft het recht om op te groeien in een veilige omgeving, waar ze de zorg en aandacht krijgt die ze nodig heeft om zich goed te ontwikkelen.”

Mijn oproep is dan ook dat ieder kind, ook al verblijft het – al dan niet tijdelijk – niet thuis, wel ‘zo thuis mogelijk’ opgroeit en dat waar mogelijk ook actief wordt gewerkt aan een terugkeer naar huis.”

OVER DE EXPERT

Ayça Tokat-Özdemir is juridisch adviseur jeugdrecht bij Defence for Children Nederland en gaf ons haar mening over de stand van zaken en ontwikkelingen in Nederland binnen het thema jeugdhulp en jeugdbescherming.

X

Download hier Kinderrechten in Beweging